12
Bij gelijkblijvende lassnelheid wordt de lasrups met toenemende stroomsterkte breder en iets hoger.
Een te sterk opgehoopte lasrups kan vlakker gelegd worden door het verhogen van de stroomsterkte
ofwel door het verlagen van de draadsnelheid.
De geringste inbranding wordt verkregen bij het loodrecht dalend lassen. De inbranding kan zelfs zo
gering zijn dat men het stuk een helling moet geven van 30°. Door het aanwenden van dalend lassen kan
men de draadsnelheid vermeerderen.
Opgaande lassen geven een diepere inbranding maar ook een overwelfde lasrups.