Onderstaande tabel geeft een toepassingszone aan van deze drie soorten overdracht.
Draad-diameter
mm
0.6
0.8
1.0
1.2
1.6
Het lassen met lange lichtboog vermindert de inbrandingsdiepte en vormt een bredere en vlakkere
lasrups maar geeft aanleiding tot meer spatten. Verlenging van het elektrodeneinde doet bij
gelijkblijvende draadsnelheid de stroomsterkte dalen.
Het lassen met korte lichtboog verhoogt een weinig de inbrandingsdiepte, vormt een smallere en hogere
lasrups en geeft spatten. De overgang van het lasmateriaal gebeurt in veel fijnere vorm dan bij de lange
boog.
Het slepend lassen verhoogt de inbranding.
short arc
V
A
13-16
40-70
15-18
50-130
16-19
70-160
17-21
150-210
-
-
half short arc
V
A
17-18
60-80
18-20
110-150
18-22
130-200
19-23
180-250
-
-
spray arc
V
A
-
-
23-25
140-180
24-26
180-240
25-28
220-300
28-40
280-400
11