4. Lassen
Aansluiting
A. Verbind de massaklem met het werkstuk en de negatieve pool.
B. Verbind de lastang met de euroconnector op de aanvoerkast.
C. Verbind de manometer met de lasbron via een gaskabel (15bar) met een gasnippel van 1/4''.
D. Stel de lasstroom en draadsnelheid in volgens de te verlassen stukken
E.
Kies eventueel voor 2T/4T
4.1. Lastechniek
Het smelten van de elektrodedraad neemt verschillende gedaanten aan, afhankelijk van
de stroomsterkte en van het beschermgas.
1. Begin van de boogcyclus.
2. Een druppel wordt van de draad afgesmolten door boogkortsluiting.
3. De druppel verbindt zich met het metaal door kortsluiting.
4. De druppel komt los van de draad, koelt af en vormt een las.
Er kunnen 3 verschillende lasmethodes worden onderscheiden:
1. Short arc: korte boog overdracht door opeenvolgende kortsluitingen
Deze techniek geeft een metaaloverdracht met een minimum aan energieverbruik en het
smeltbad koelt snel af.
Ze voldoet in het bijzonder voor het lassen van dunne plaat (0.8-4mm) en voor de
wortelgangen op dikke plaat en eist weinig voorbereiding.
2. Spray arc: overdracht door verstuiving
De boogspanning ligt hoger en de overdracht gebeurt door verstuivingen van kleine
druppels. Deze techniek wordt toegepast voor platen met dikte van minimum 3mm.
3. Half short arc: globulaire overdracht
Deze overdracht ligt tussen beide in. Het metaal wordt in de boog overgedragen in tamelijk
grote druppels.
10