2.4.
Aansluiting op de schoorsteen
OPGELET!
Vooraleer de kachel aan te sluiten op de schoorsteen dient u de schoorsteenveger te raadplegen.
Verbindingsstukken dienen vast en ondoordringbaar op het toestel en onderling op elkaar te worden
aangesloten. De rookgasafvoerbuis mag niet door de vrije schoorsteendoorsnede steken. Het verbindingsstuk
tussen de kachel en de schoorsteen dient dezelfde doorsnede te hebben als het buisaansluitstuk op de kachel.
Horizontale verbindingsstukken die langer zijn dan 0,5 meter dienen aan de kachel te worden aangesloten
onder een hellingshoek van 10°. Buizen die niet warmtegeïsoleerd of verticaal geïnstalleerd zijn, mogen niet
langer zijn dan 1 m.
Respecteer een minimum afstand van 40 cm tussen de verbindingsstukken van de kachel en brandbare
onderdelen. Een afstand van 10 cm volstaat als de verbindingsstukken een onbrandbare ommanteling van
minimum 2 cm dikte hebben. Wanneer de verbindingsstukken door onderdelen uit brandbare materialen
voeren, dienen deze verbindingsstukken:
-
over een afstand van minimum 20 cm bedekt te zijn met een beschermende buis van niet-brandbaar
materiaal, of
-
bedekt te zijn met niet-brandbare materialen over een afstand van minimum 20 cm.
Kleinere afstanden dan hiervoor vermeld zijn toegelaten indien kan worden gegarandeerd dat het nominaal
vermogen van de kachel ter hoogte van de brandbare materialen geen temperaturen kan veroorzaken van meer
dan 85°C.
OPGELET!
Aansluiting op een schoorsteen van minder dan 4 m, ingeval verschillende kachels zijn aangesloten geldt 5 m,
is niet toegelaten.
Op de schoorsteen waarop de kachel is aangesloten, mogen nog maximum twee andere kachels aangesloten
worden.
X
In principe kan de kachel op de schoorsteen worden aangesloten
met een bocht (Fig. 10).
fig 10
Min
50 cm
Voor een optimale benutting van de warmte in het
verbrandingsgas dient de kachel te worden aangesloten in
overeenstemming met (Fig. 11).
fig 11
9