Aansluitset en collectortemperatuursensor . . .
5. Dompelhuls in T-stuk schroeven;
op het T-stuk tegenhouden
6. Geschroefde trekontlasting in dom-
pelhuls schroeven.
7. Collectortemperatuursensor tot de
aanslag in de dompelhuls schuiven
en met geschroefde trekontlasting
borgen.
Installatie
!
Opgelet
Ondeskundige installatie kan schade aan de collectoren veroorzaken.
Voor de installatie rood messing fittingen, messing fittingen en koperen
buis gebruiken.
Hennep uitsluitend in combinatie met druk- en temperatuurbestendig
afdichtingsmiddel (bijv. Viskotex-solarpasta van de firma Locher, CH-
9450 Altstätten) gebruiken.
Collectoren niet betreden!
In de buurt van de collector en aan de collector niet solderen!
1. Leidingen zo leggen dat een volle-
dige ontluchting wordt gegaran-
deerd. Op het hoogste punt van het
systeem min. een ontluchter met
afsluitinrichting installeren. Op een
toegankelijke plaats een luchtaf-
scheider in de leidingen monteren
(zie volgende afbeelding).
2. Installatie volgens EN 12975 met
expansievat, veiligheidsklep en cir-
culatiepomp uitrusten.
(vervolg)
8. In leidingen van het solarcircuit
bussen plaatsen.
Verbinding tussen collectorveld en
buizen van het solarcircuit maken.
9. Isolatie aanbrengen en aan de snij-
kanten verlijmen.
3. Het expansievat moet met isolatie
worden geplaatst. Membranen en
afdichtingen van het expansievat
en de veiligheidsklep moeten voor
het warmtedragende medium
geschikt zijn.
Berekening van de voordruk
zie servicehandleiding
"Vitosol".
4. Bij werking zonder Solar-Divicon
uitsluitend veiligheidskleppen
gebruiken die voor 120°C en max.
6 bar zijn ontworpen en het ken-
merk "S" (solar) als onderdeeliden-
tificatie hebben.
19