Vrijstaande montage met inleggewichten
10. Eerste collector in bevestigings-
platen zetten en tot de afstandsaf-
kanting van de verbindingsplaat
aanschuiven.
Bij montage van een collector de
afstand bepalen.
Opmerking
Bij de eerste en laatste collector
moet de zijde met het typeplaatje
naar buiten liggen.
Bij slechts één collector buizen
tegenover de zijde met het type-
plaatje aanbrengen.
11. Opmerking
Verbindingsbuizen mogen geen
beschadigingen vertonen.
Alle steekverbindingen (O-ring-
afdichting) op de collectoren uit-
sluitend met het in de aansluitset
bijgevoegde speciale smeervet
invetten.
Verbindingsbuizen tot de aanslag
in de collectoraansluitingen aan-
brengen.
Type SV (berekeningen volgens DIN 1055-4 8/1986 en DIN 1055-5 6/1975)
Montagehoogte
m
boven terrein
Aanbev. ver-
kg
zwaring bij 25°
Aanbev. ver-
kg
zwaring bij 45°
Type SV (berekeningen volgens DIN 1055-4 8/1986 en DIN 1055-5 6/1975)
Montagehoogte
m
boven terrein
16
12. De volgende collector voorzichtig
13. Op alle montagesteunen boven
14. Tussen 2e en 3e montagesteun,
15. Alle schroeven vasttrekken.
Beveiligen tegen glijden
<8
8–20 20–100
315
554
508
842
Beveiligen tegen glijden
<8
8–20 20–100
(vervolg)
tot de afstandsafkanting schui-
ven, verbindingsbuizen tot de
aanslag aanbrengen.
klemblokjes in collectorrand klik-
ken.
4e en 5e enz. op de klemblokjes
verbindingsplaat 180° gedraaid
op de onderste schroeven.
Beveiligen tegen lichten
<8
8–20
793
144
304
1213
128
224
Beveiligen tegen lichten
<8
8–20
20–100
465
346
20–100