Snelstartgids
Houd bij het uitpakken en hanteren van afdichtingssystemen de afdichting of de
transmitter niet vast aan de capillaire buizen. Hierdoor kan de afdichting en/of de
capillaire buis loskomen van de transmitter, waardoor de garantie vervalt.
Het materiaal van een externe afdichting is volgens ontwerp bestand tegen de
druk en slijtage van procesmateriaal. Externe afdichtingen die niet zijn
aangesloten zijn echter kwetsbaar en moeten voorzichtig worden gehanteerd.
Laat het beschermende deksel op de afdichting zitten tot vlak voordat u de
afdichting installeert. Probeer om het membraan niet met uw vingers of met
voorwerpen aan te raken en zet de afdichting niet met de membraankant omlaag
op een harde ondergrond. Zelfs kleine deuken en krassen in het
membraanmateriaal kunnen de prestaties van het afdichtingssysteem aantasten.
De capillaire buis mag niet scherp worden gebogen of worden afgekneld. De
kleinst mogelijke buigradius voor de capillaire buis is 8 cm (3 in.).
Wees bij gebruik van hitte- of stoomtracing voorzichtig als er een pvc-laag op de
capillaire buis is aangebracht. De pvc-coating op de wapening begint bij
temperaturen rond 100 °C (212 °F) af te breken. Voor een consequent resultaat is
het bij hitte- en stoomtracing het beste om de temperatuur boven de maximale
omgevingstemperatuur in te stellen. Om een verminderde nauwkeurigheid en
thermische belasting te voorkomen, mag de capillaire buis niet gedeeltelijk
worden verwarmd.
Mechanische installatie
MEDEDELING
Probeer NOOIT om de afdichtingen of capillaire buizen van de transmitter los te koppelen of bouten los te
draaien. Hierdoor ontsnapt vulvloeistof en wordt de garantie van het product ongeldig.
Montage van het afdichtingssysteem voor vacuümtoepassingen
Montage van de druktransmitter bij of onder het onderste aftappunt van het vat
is een belangrijke factor om stabiele metingen in vacuümtoepassingen te
verzekeren. De statische-druklimiet voor een differentieeldruktransmitter is
25 mmHgA (0,5 psia). Hierdoor blijft de vulvloeistof in de sensormodule van de
transmitter altijd binnen de vloeistoffase van de dampdrukcurve.
Als de statische-druklimiet van het vat lager dan 25 mmHgA (0,5 psia) is, resulteert
montage van de transmitter onder het niveau van het onderste aftappunt in een
kopdruk van de capillaire vulvloeistof op de module. Een vuistregel voor
vacuümtoepassingen is om de transmitter ongeveer 1 m (3 ft.) onder het onderste
aftappunt van het vat te monteren.
De capillaire buizen moeten goed worden vastgezet om onjuiste meetwaarden te
voorkomen.
4
Juli 2015