h. Schakel de motor uit na het rijden en haal de sleutel uit het slot om veiligheid en onnodig
energiegebruik te voorkomen.
i. De scooter een overstoombeschermingsmechanisme. Als een heuvel te steil is of de
tegenwind te sterk, zal de stroom boven de normwaarde uitkomen. Onder deze
omstandigheden is het beter om te trappen. Anders gebruikt u niet alleen erg veel stroom,
maar kan ook de batterij aangetast worden, en de motor en elektrische onderdelen
verbranden in extreme omstandigheden.
j. De scooter heeft een onderstoombeschermingsmechanisme dat automatisch de energie
uitschakelt wanneer het batterijvermogen laag is. Laad de batterij z.s.m. op; anders kan
het batterijleven verkorten. Als de batterij bijna leeg is en de scooter gebruikt de batterij
alsnog kan het batterijleven ernstig beschadigd raken.
k. De voltage fluctuaties zijn hoog bij een statische start. Het voltage indicator lampje zal gaan
knipperen, dit is normaal.
1