4. Batterijgebruik
1) Maak de batterij volledig leeg bij eerste gebruik en laad deze dan volledig op. Herhaal dit proces
2-3 keer voor de beste batterijprestaties en ervoor te zorgen dat de werkelijke batterijcapaciteit
hetzelfde is als die staat aangegeven op de batterijvermogenmeter.
2) Bewaar de batterij hierna niet met minder dan 20% vermogen. Laad de batterij op om het
batterijleven te verlengen.
3) Maximaliseer het batterijbereik door met gemiddelde snelheid te rijden en rustig op te trekken.
4 ) Nadat de batterij een tijd is gebruikt, kan het werkelijke batterijvermogen verschillen van wat op
de batterijvermogenmeter staat. Maak de batterij regelmatig volledig op en laad deze vervolgens
volledig op (minstens een keer per 3 maanden). De interne batterij en het intelligente systeem zullen
automatisch gekalibreerd worden.
5) Controleer de oplaadplug elke twee maanden of de poort aanslag heeft of zwarte oxidatie. Als dit
het geval is, ga dan naar de garage voor onderhoud.
1