Aanbrengen van de spuittip
WAARSCHUWING
Steeds wanneer u de druk moet ontlasten moet u altijd
de Drukontlastingsprocedure beschreven op blz. 10
volgen, om zo het risico op ernstig letsel te verminderen.
Ontlast de druk. Installeer de spuittip en de tipbeschermer
zoals beschreven in de apart bijgeleverd handleiding van het
spuitpistool.
De materiaaluitvoer en de patroonbreedte hangen af van het
formaat van de spuittip, de viscositeit van het materiaal en de
materiaaldruk. Gebruik de Keuzetabel voor spuittips in de
instructiehandleiding van uw pistool als richtlijn voor de keuze
van de juiste spuittip voor uw toepassing.
Afstellen van het spuitpatroon
WAARSCHUWING
BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR
De kabel voor de netspanning niet in het
stopcontact steken of eruit halen op een plek
waar brandbare vloeistoffen staan of waar
brandbare dampen zijn, om te voorkomen dat
er brand ontstaat of er een ontploffing plaats
vindt met ernstig letsel als gevolg.
1.
Start de pomp. Sluit de verwarming aan op het stroom-
net. Draai het 3-weg-ventiel (45) op CIRC.
2.
Zet de regelknop van de verwarming op een testpunt
(4 of 5).
3.
Laat minstens 10 minuten lang materiaal op zeer lage
druk door de pomp circuleren. Kijk op de thermometer
van de verwarming wat de temperatuur is.
4.
Stel de materiaaldruk en -temperatuur in op de laagste
stand die nodig is om het gewenste resultaat te verkrij-
gen. Regel de pompsnelheid en de materiaaldruk
met behulp van de luchtregelaar (F), totdat de spray
volledig is verneveld. Zie voor de af- en instelprocedures
de handleidingen voor het tegendrukventiel en de
verwarming (meegeleverd). Een hogere druk en een
hogere temperatuur kunnen mogelijk het spuitpatroon
verslechteren en veroorzaken snellere slijtage van de
componenten.
12 308693
Bediening
oorzaken, mag de luchtinlaatdruk van het systeem nooit
boven 7 bar komen. Er mag nooit meer dan 7 bar lucht-
inlaatdruk zijn naar het pistool. Zie ook de Technische
gegevens op blz. 22 en de afzonderlijke handleidingen
voor de componenten.
Door warmte zet vloeistof uit. Als het materiaal ergens
opgesloten zit en er is geen ruimte voor uitzetting, dan
kunnen systeemcomponenten openscheuren. Zorg er-
voor dat het verwarmde materiaal blijft circuleren (draai
het 3-weg-ventiel op CIRC). Géén materiaalafsluiter aan-
brengen tussen het verwarmingsapparaat en het pistool.
5.
Wanneer u het materiaal aanbrengt, houd het pistool
dan steeds op dezelfde afstand, circa 200 tot 300 mm
van het oppervlak van het te spuiten object. Houd het
pistool altijd onder een rechte hoek ten opzichte van het
oppervlak. Niet onder een hoek spuiten met het pistool,
omdat dit een ongelijke deklaag tot gevolg heeft. Druk de
trekker volledig in of laat hem helemaal los. Oefen even
wat de beste afstand is en wat de beste beweegsnelheid
voor de slag is.
6.
Wilt u het spuitpatroon aanpassen, volg dan de instruc-
ties in de meegeleverde handleiding voor het pistool.
7.
Als de pomp en de buizen vol zijn en de materiaal-
aanvoer is voldoende, dan zal de pomp blijven werken
zolang er lucht wordt aangevoerd en de regulator voor
de tegendruk open staat.
Laat de pomp nooit drooglopen. Een droge pomp zal
snel harder gaan lopen, en mogelijk schade veroorzaken.
Als uw pomp te snel loopt, stop hem dan meteen en con-
troleer de materiaalaanvoer. Als het materiaalvat leeg is
en er lucht in de leidingen gepompt is, vul dan het vat en
vul ook de pomp en de leidingen weer, of spoel door, en
laat pomp en leidingen gevuld met een geschikt oplos-
middel. Zorg dat er geen lucht achterblijft in het materiaal-
systeem.
WAARSCHUWING
GEVAAR VAN SCHEUREN VAN
COMPONENTEN
Om het risico te vermijden dat er teveel druk
komt op uw systeem, waardoor componenten
kunnen openscheuren en ernstig letsel ver-
VOORZICHTIG