Patroon met te dik
gespoten,
bolvormige uiteinden.
Te veel teruggeworpen materiaal.
Lopers en zakkers.
Dunne, zanderige en groffe
afwerking die opdroogt alvorens
uitgespoten te worden.
SB-E-2-644 R5.1
Te grote vloeistofstroom.
Te hoge verstuivingsluchtdruk.
Pistool te ver van het te spuiten
oppervlak.
Te grote vloeistofstroom.
Materiaal te dun.
U houdt het pistool schuin.
Pistool te ver van het te spuiten
oppervlak.
Te hoge luchtdruk.
Vloeistofstroming te laag.
23/28
Vervang de sproeier door een
kleinere of de luchtkap door een
luchtkap met andere specificaties.
Verlaag de luchtdruk.
Controleer de afstand (normaal 150-
200 mm).
Stel het pistool af of verklein de
vloeistofdruk.
Goed mengen of dunne lagen
aanbrengen/de vloeistofstroom
verkleinen.
Monteer het pistool in de juiste hoek
ten opzichte van het oppervlak.
Controleer de afstand.
Verlaag de luchtdruk en controleer
het spuitpatroon.
Vergroot de vloeistofstroom door de
sproeiergrootte te wijzigen, druk
aan te leveren of de naaldregelknop
linksom te draaien.
www.carlisleft.com
NL