Het midden van het patroon
is te dik gespoten.
Fluctuerend of onregelmatig
spuitpatroon.
Gespleten spuitpatroon.
SB-E-2-644 R5.1
Patroonregelklep te laag ingesteld.
Te veel materiaal.
Materiaal te dik.
Verstuivingsluchtdruk te laag.
Losse sproeier.
De vloeistofsproeier zit niet goed in
de pistoolkop.
Gedeeltelijk verstopte
vloeistofdoorgang of slang.
Materiaalstroom te klein.
Hoorndruk te hoog.
Te veel lucht voor de gebruikte
hoeveelheid vloeistof.
22/28
Draai naar links om het juiste
spuitpatroon te verkrijgen.
Verminder de vloeistofstroom door
de stelschroef van de vloeistofnaald
rechtsom te draaien. Verklein de
vloeistofdruk.
Verdun tot de juiste dikte.
Verhoog de luchtdruk.
Zet vast.
Verwijder de sproeier, maak de
onderdelen schoon en controleer de
kegelzitting van de sproeier en het
pistool op schade of verontreiniging.
Reinig of vervang het.
Verhoog de vloeistofstroom door
een sproeier met een andere
grootte te gebruiken, de regelknop
van de naald open te zetten of de
vloeistofdruk op de druktank te
verhogen.
Verklein de luchtdruk door de
patroonregelklep rechtsom te
draaien.
Verlaag de inlaatluchtdruk.
www.carlisleft.com
NL