UITGAVE 07/2015
GEBRUIKSAANWIJZING
7.3
VOORBEREIDING VOOR INBEDRIJFSTELLING
7.3.1
MODI
De EPG-SPRINT XE ondersteunt de volgende modi:
Handpistoolmodus (handinstallatie met trilapparaataansturing)
Handpistoolmodus met externe aansturing (remote-interface met externe vrijgave
(noodzakelijk voor coating en reiniging) en om de reinigingsfunctie extern te besturen)
Automatisch pistoolbedrijf voor maximaal 1 automatisch pistoo
Doorlussen van de netspanning voor andere EPG-besturingsapparaten is niet mogelijk.
In de eerste twee genoemde modi moet de confi guratieparameter C26 op OFF staan
(fabrieksinstelling). De modus wordt automatisch herkend door het besturingsapparaat
(parameter C26 moet op "OFF" staan, zie hoofdstuk 7.3.2).
7.3.2
PISTOOLHERKENNING
Storingen
Druk tijdens het inschakelen en het daaropvolgende opstarten van de besturing
niet op de trekker van het pistool.
Het besturingsapparaat EPG-SPRINT XE herkent automatisch of een hand- of een
automatisch pistool op het besturingsapparaat is aangesloten (parameter C26 moet op
"OFF" zijn gezet). Daarvoor wordt bij het inschakelen gecontroleerd of de triggerschakelaar
ingedrukt is.
Triggerschakelaar ingedrukt, het gaat om een automatisch pistool. Het in- en
uitschakelen van het poedertransport wordt door een hogere besturing verricht via
de Remote-ingang.
Triggerschakelaar niet ingedrukt, het gaat om een handpistool. Het in- en uitschakelen
van het poedertransport wordt met de handtrigger van het handpistool verricht.
BESTELNUMMER DOC2388017
LET OP
EPG-SPRINT XE
36