UITGAVE 07/2015
GEBRUIKSAANWIJZING
6.6
AARDING
Ontbrekende aarding!
Explosiegevaar en gevaar door een elektrische schok.
Sterke poedernevel bij slechte aarding!
Gevaar voor vergiftiging.
Slechte kwaliteit van de opgebrachte verfl aag.
Om veiligheidsredenen moet het besturingsapparaat goed geaard zijn. De aardverbinding
naar de energietoevoer (stopcontact) wordt via de aardleiding tot stand gebracht, de
aardverbinding naar het werkstuk / naar de installatie wordt via de kartelschroef aan
de achterkant van het besturingsapparaat verricht. Beide verbindingen zijn absoluut
noodzakelijk. De aarding van het pistool gebeurt met een eerder beschreven correctie
installatie, via de pistoolkabel tussen besturingsapparaat en pistool.
Om een optimale poedercoating te bereiken, dient ook het werkstuk absoluut goed
geaard te zijn.
Een slecht geaard werkstuk leidt tot:
gevaarlijke elektrische oplading van het werkstuk
zeer slechte bedekking
ongelijkmatige laagdikte
terugspuiting op pistool, d.w.z. verontreiniging
Voorwaarden voor de onberispelijke aarding en coating zijn:
Zuivere ophanging voor het werkstuk dat moet worden gecoat.
Aarding van de spuitcabine, transport- en ophanginrichting op de standplaats volgens
de gebruiksaanwijzingen of gegevens van de fabrikant.
Aarding van alle geleidende delen binnen het werkbereik.
De aardingsweerstand van het werkstuk mag 1 MΩ (megaohm) niet overschrijden.
(Aardlekweerstand gemeten bij 500 V of 1000 V.)
BESTELNUMMER DOC2388017
GEVAAR
Elektrostatische
besturingsapparaten
spuitinstallaties mogen uitsluitend op netvoedingen met
aardleidingaansluiting (PE-geleider) worden aangesloten!
WAARSCHUWING
Alle componenten van het apparaat aarden.
De te coaten werkstukken moeten worden geaard.
EPG-SPRINT XE
en
bijbehorende
32