3. Verwijder het stof op een van de volgende manieren.
• Schoonmaken met een stofzuiger.
• Afwassen met een warm sopje van een mild schoonmaakmiddel. Laat
de luchtfilters na het schoonwassen grondig drogen in de schaduw.
4. Vervang de luchtfilters.
• Houd de zijkanten van het luchtfilter langs het paneel en druk het
filter geheel naar binnen.
• Controleer dat de twee onderste nokjes goed terugkeren in hun
uitsparingen in de binneneenheid.
5. Sluit het inlaatrooster.
Druk op 4 plaatsen op het
inlaatrooster tot het rooster
volledig sluit.
OPMERKING:
• Als er zich vuil op het luchtfilter verzamelt, wordt de luchtstroom
beperkt, neemt de bedrijfs-efficiency af en neemt het lawaai toe.
Luchtreinigingsfilters vervangen (optioneel)
OPMERKINGEN:
• Voor de frequenties waarmee de luchtreinigingsfilters moeten
worden vervangen, raadpleegt u ["Frequenties voor het onderhoud
van de componenten"] in "REINIGING EN ONDERHOUD".
• Gebruik de luchtreinigingsfilter zo snel mogelijk na het openen van
de verpakking. Het luchtreinigende effect neemt af wanneer de
filters in de geopende verpakking worden achtergelaten.
1. Verwijder de luchtfilters van de behuizing van de binneneenheid.
Raadpleeg stappen 1 en 2 van "Het luchtfilter reinigen".
2. Verwijder de houder van de luchtreinigingsfilter en de
luchtreinigingsfilter zelf uit de luchtfilter.
Verwijder de 4 haken van de houder van de
luchtreinigingsfilter van de veersloten van de luchtfilter.
Haak en vergrendeling (4 plaatsen)
Luchtreiniging
filterhouder
Luchtreiniging
filter
3. Verwijder het stof op een van de volgende manieren.
• Schoonmaken met een stofzuiger.
• Afwassen met een warm sopje van een mild schoonmaakmiddel. Laat
de luchtfilters na het schoonwassen grondig drogen in de schaduw.
4. Bevestig de luchtreinigingsfilter en de filterhouder aan elke luchtfilter.
Inlaatrooster losnemen en installeren
■ Inlaatrooster losnemen
1. Open het inlaatrooster.
2. Terwijl u de linker en rechter montage-assen voorzichtig
naar buiten drukt, trekt u aan het inlaatrooster.
■ Inlaatrooster installeren
1. Plaats, terwijl u het inlaatrooster horizontaal houdt de linker- en rechter
montage-assen in de kussenblokken aan de bovenzijde van het voorpaneel.
De steek de assen in tot deze goed op hun plaats vastklikken.
2. Sluit het inlaatrooster.
Druk op 4 plaatsen op het
inlaatrooster tot het rooster
volledig sluit.
Na langdurig niet-gebruik van de unit
Als u de binneneenheid voor 1 maand of langer hebt afgesloten, schakel
dan voor een halve dag de functie FAN in zodat de interne onderdelen
goed drogen voorafgaand aan de normale werking.
Aanvullende inspectie
Na een lange gebruiksperiode kan er stof worden opgestapeld binnenin de
binneneenheid, zelfs wanneer deze periodiek werd gereinigd. Hierdoor kunnen
de prestaties afnemen en gezondheidsproblemen worden veroorzaakt.
U kunt dan het beste een inspectie van de unit uitvoeren.
Neem voor meer informatie contact op met geautoriseerd personeel.
Reset van de filterindicator (Speciale
instelling)
Deze functie kan worden gebruikt als deze op juiste wijze is ingesteld
bij de installatie. Vraag aan geautoriseerd servicepersoneel advies over
het gebruik van deze functie.
Reinig het luchtfilter wanneer de indicatielamp het volgende
)
aangeeft:
Indicatielampje
Reset na het schoonmaken het indicatielampje van het filter door
binneneenheid gedurende maximaal 2 seconden in te drukken. (Zie pagina 3.)
11. ALGEMENE INFORMATIE
■ Verwarmingsprestaties
Deze airconditioner werkt volgens het warmtepompprincipe, waardoor
warmte uit de lucht buiten wordt geabsorbeerd en deze warmte wordt
overgebracht naar de binneneenheid. Hierdoor zijn de prestaties minder
goed wanneer de buitentemperatuur lager wordt.
Als u vindt dt de verwarmingsprestaties onvoldoende zijn, raden wij
u aan deze airconditioner te gebruiken in combinatie met andere
verwarmingsapparatuur.
Luchtfilter
■ Automatische ontdooiing
Wanneer de buitentemperatuur erg laag is met een hoge luchtvochtigheid,
kan er ijsvorming ontstaan op de buiteneenheid tijdens het verwarmen,
en het kan de operationele prestaties van het product verminderen.
Ter bescherming tegen vorst is deze airconditioner uitgerust met een
automatische ontdooifunctie.
Als ijsvorming optreedt, zal de airconditioner tijdelijk stoppen en zal het
ontdooicircuit kort werken (maximaal 15 minuten).
Indicatielampje [ ] op de binneneenheid knippert.
Als er na het verwarmen vorst wordt gevormd op de buiten-unit, zal
de buiten-unit na enkele minuten automatisch stoppen. Dan begint de
bewerking automatische ontdooiing.
■ Functie automatisch opnieuw opstarten
In het geval van een stroomstoring, zoals een stroomonderbreking, stopt
de airconditioner direct. Maar hij wordt automatisch opnieuw opgestart en
voert de vorige bewerking uit wanneer de stroomtoevoer wordt hervat.
Als er een stroomonderbreking plaatsvindt nadat de timer is ingesteld,
wordt het aftellen van de timer gereset.
Nadat de stroomtoevoer wordt hervat, knippert het indicatielampje
[
] op de binneneenheid zodat u weet dat er een storing in de timer is
geweest. Reset in dat geval de klok en de instellingen van de timer.
■ Storingen veroorzaakt door andere
elektrische apparaten
Het gebruik van andere elektrische apparaten zoals een elektrisch
scheerapparaat of het nabije gebruik van een draadloze radiozender
kan storing van de airconditioner veroorzaken.
Als er zich een dergelijke storing voordoet, schakel de
stroomonderbreker dan een keer uit. Zet hem dan weer aan, en hervat
de bewerking met behulp van de afstandsbediening.
Nl-7
Knipperpatroon
Knippert 3 keer, met tussenpozen van 21 seconden
op de