1. voorzorgsmaatregelen • Lees voor het gebruiken van deze airconditioner het bedieningsvoorschrift zorgvuldig door. Werk volgens de aanwijzingen. • De instructies in deze alinea hebben betrekking op de veiligheid. Houd bij het gebruik van de airconditioner rekening met de veiligheidsvoorschriften. Veiligheidsvoorschriften •...
2. Omschrijving van de functies • Energiebesparing en comfort Inverter functie Direct na het inschakelen van de airconditioner wordt extra vermogen gebruikt om de ruimte snel op de ingestelde temperatuur te brengen. Daarna schakelt de unit automatisch over naar een lager vermogen.
Pagina 5
Polyphenol Catechin luchtreinigingsfilter Het Polyphenol Catechin luchtreinigingsfilter verwijdert d.m.v. statische elektriciteit onzichtbaar kleine stofdeeltjes (tabaksrook, micro-organismen) uit de lucht. Het filter bevat catechin, dat zeer effectief de groei van diverse bacteriën in het filter voorkomt. Houd er rekening mee, dat de lucht- hoeveelheid iets afneemt als u dit filter installeert.
3. Benaming en functie van onderdelen irconditioner en condensingunit Fig. 1 Fig. 2 TIMER OPERATION ECONOMY Fig. 3 Fig. 4 BINNENUNIT (fig. 1) 7. TIMER-lampje (oranje) 1. Bedieningspaneel (fig. 2) Wanneer dit lampje knippert als de timer 2. Luchtuitlaatknop in werking is, dan duidt dit op een fout 3.
Pagina 7
3. Benaming en functie van onderdelen fstandsbediening Fig. 5 Fig. 6 Duidelijkheidshalve zijn alle mogelijke instellingen in de illustratie weergegeven. Normaal gesproken zijn alleen de actuele indicatoren zichtbaar in de display. FST NDSBEDIENING (fig. 5) • ls deze toets wordt ingedrukt tijdens gebruik, dan zullen de timer en de operation lampjes 18.
4. Voorbereiding Inschakelen van de apparatuur 1. Steek de stekker in het stopcontact. 2. Zet de eventuele hoofdschakelaar op ON. Voorbereiding van de afstandsbediening Plaatsen van de batterijen (RO3 of LRO3 x 2) 1. Druk op het klepje aan de achterzijde van de afstandsbediening en schuif het in de richting van de pijl.
5. Instellen van de functies Instellen van de gewenste functie 1. Druk op de ST RT/STOP-toets. Het OPER TION- lampje (groen) gaat branden De airconditioner start. 2. Druk op de M STER CONTROL-toets en selecteer de gewenste functie. De functie verschijnt op de display.
Koelen (COOL): Zodra de ruimtetemperatuur in de automatische ( UTO) functie de ingestelde temperatuur bereikt heeft, schakelt de ventilator automatisch over op de lage snelheid. Luchtsnelheid (F N): ls het verschil tussen de ruimtetemperatuur en de ingestelde temperatuur is teruggebracht of ver- hoogd, dan wordt de snelheid van de ventilator aangepast.
Ontvochtigen (DRY) • Deze functie wordt gebruikt bij geleidelijke koeling en tegelijkertijd voor ontvochtiging van de ruimte. • De ruimte kan niet verwarmd worden tijdens het ontvochtigen. • Gedurende de ontvochtiging (DRY) werkt de ventilator van de airconditioner op lage snelheid om de gewenste luchtvochtigheid te bereiken.
3. Druk op de TIMER MODE toets om de PROGR M TIMER functie te selecteren (OFF of ON OFF verschijnt in de display). De display toont afwisselend ‘OFF timer / On timer’ en de eerstkomende ingestelde tijd. De PROGR M TIMER is nu actief. ( ls de eerstkomende geselecteerde tijd de ON TIMER betreft, zal de unit nu stoppen).
7. Slaapfunctie (SLEEP) In tegenstelling tot de andere timerfuncties, wordt de slaapfunctie gebruikt om de airconditioner na een bepaalde tijd (bijv. 2 uren) uit te schakelen. Gebruik van de slaapfunctie Tijdens het wel of niet in werking zijn van de airconditioner drukt u op de SLEEP-toets. Het OPER TION lampje (groen) en het TIMER lampje (oranje) gaan branden.
8. Instellen luchtuitblaasrichting Gebruik de afstandsbediening voor het verstellen van de verticale uitblaasrichting. Met behulp van de SET toets kan een op- en neergaande luchtstroom worden geregeld. De horizontale luchtstroom van links naar rechts kan worden geregeld door de lamellen met de hand te verstellen. Tijdens de horizontale verstelling moet de airconditioner aanstaan en de verticale lamellen moeten stilstaan.
9. Instelling luchtuitlaat Met deze functie stroomt er gelijktijdig lucht uit de bovenste en onderste uitblaasopeningen, waardoor de ruimte effectiever kan worden gekoeld of verwarmd. Deze functie kan worden aangezet met de schakelaar achter het voorpaneel van de binnenunit. (Deze functie is beschikbaar voor de koelfunctie en de verwarmingsfunctie.) Instellen luchtstroom uit onderste en bovenste uitblaasopeningen Zet de luchtuitlaatinstelling op...
10. 10°C verwarmingsfunctie De ruimtetemperatuur kan met de 10°C verwarmingsfunctie op een minimumtemperatuur van 10°C worden gehouden, waardoor de temperatuur niet teveel zal dalen. Gebruik van de 10°C verwarmingsfunctie Druk op de 10°C verwarmingstoets (fig. 5-20). Het indicatie- LAMPJE lampje gaat branden. De luchtrichting wordt horizontaal. TIMER OPERATION ECONOMY...
12. Swingfunctie Voordat de swingfunctie wordt aangezet moet de airconditioner worden ingeschakeld. Selecteren van de Swingfunctie Druk op de SWING toets (fig. 5-28) van de afstandsbediening. De SWING display wordt zichtbaar. In deze stand zullen de luchtuitblaaslamellen automatisch op en neer bewegen voor een gelijkmatige luchtstroom.
14. Onderhoud en schoonmaak LET OP! • Trek voor u begint met schoonmaken de stekker uit het stopcontact of zet de hoofdschakelaar uit. • Zorg dat het luchtinlaatrooster goed is bevestigd. • Let op bij het verwijderen en vervangen van de luchtroosters voor de warmtewisselaar. anraking kan persoonlijk letsel veroorzaken.
Reinigen van het luchtfilter Verwijderen van het luchtfilter 1. Open het luchtrooster en verwijder het luchtfilter. 2. Pak het handvat van het luchtfilter vast, maak de beide haakjes los en haal het filter uit de behuizing. Reinigen 3. Verwijder het stof met de stofzuiger of met water. Na het reinigen met water moet het filter goed drogen op een schaduwrijke plaats.
Installeren van het luchtreinigingsfilter 1.Open het luchtinlaatrooster en verwijder het luchtfilter. 2.Installeer de luchtreinigingsset (bestaat uit 2 elementen). • Plaats het luchtreinigingsfilter in het filterframe. luchtreinigingsfilter • Bevestig de 5 aansluitpunten aan de bovenkant (3x) en onderkant (2x) van het filterframe aan de haken van het luchtfilter.
Vervangen van vervuilde luchtreinigingsfilters • Gebruik bij vervanging van vervuilde filters de volgende componenten (los verkrijgbaar): - Polyphenol Catechin ir Cleaning Filter UTR-FC03-2 - Geurfilter UTR-FC03-3 1. Open het luchtinlaatrooster en verwijder de luchtfilters. 2. Vervang de vervuilde luchtreinigingsfilters door 2 nieuwe. - Verwijder de vervuilde luchtreinigingsfilters in tegengestelde volgorde als de plaatsing.
Resetten van de filterindicator (speciale instelling) Kan alleen worden gebruikt als deze tijdens de installatie correct is ingesteld. Raadpleeg uw dealer als u deze functie wilt gebruiken. • De indicator gaat branden als het tijd is om de luchtfilters te reinigen. Reinig de filters volgens bovenstaande instructies.
15. Problemen RSCHUWING! Zet in geval van storing (brandlucht, etc.) onmiddellijk de airconditioner stop. Sluit de stroom af en raadpleeg de erkende installateur voor verdere actie. ls u de stroom uitschakelt, doe dit dan niet alleen op de airconditioner. De stroom staat dan nog steeds op het toestel. Zet dus de hoofdschakelaar op OFF en/of trek de stekker uit het stopcontact.
Pagina 24
Storing probleem pagina • ls gedurende de stand verwarmen de ruimte- temperatuur stijgt tot boven de temperatuurinstel- ling, zal de buitenunit stoppen en de binnenunit op lage snelheid gaan draaien. ls u verder wilt verwarmen, zet dan de temperatuurinstelling hoger. •...
16. Bijzonderheden van de werking Tijdens verwarming • Deze airconditioner werkt volgens het warmtepomp-principe; hij absorbeert warmte van de buiten- unit en transporteert deze warmte naar de binnenunit. Dit betekent dat de verwarmingsprestaties teruglopen als de buitentemperatuur daalt. Dit houdt in, dat bijverwarming noodzakelijk kan zijn. •...