Alarm
Het alarm gaat 1 minuut af op de ingestelde tijd en
wordt 5 maal herhaald met een interval van 5
minuten (sluimerfunctie). Er kan ook een
tekstmemo worden weergegeven voor het alarm.
Per handset kunnen in totaal 3 aparte alarmtijden
worden geprogrammeerd. Per alarmtijd zijn er 3
verschillende alarmopties (eenmaal, dagelijks of
wekelijks) die u kunt instellen.
Belangrijk:
R Controleer of de datum en tijd van het toestel
goed zijn ingesteld (pagina 14).
1
M
N#720
2
MbN: Selecteer het gewenste alarm. a MOKN
3
MbN: Selecteer de gewenste alarmoptie. a
MOKN
"UIT"
Schakelt het alarm uit. Ga naar stap 9.
"Eenmalig"
Het alarm gaat één keer op de ingestelde
tijd af.
"Dagelijks"
Het alarm gaat dagelijks op de ingestelde
tijd af. Ga naar stap 5.
"Wekelijks"
Het alarm gaat wekelijks op de ingestelde tijd
(en) af.
4
Ga verder met de procedure volgens de
gekozen optie in stap 3.
n Eenmalig:
Voer de gewenste dag en maand in. a
MOKN
n Wekelijks:
MbN: Selecteer de gewenste dag van de
week en druk op M N. a MOKN
5
Stel de gewenste tijd in. a MOKN
6
Voer een tekstmemo in (max. 10 tekens). a
MOKN
7
MbN: Selecteer de gewenste alarmtoon. a
MOKN
R Wij raden u aan een andere melodie te
selecteren dan de melodie die wordt
gebruikt voor externe gesprekken.
8
MbN: Selecteer de gewenste sluimerinstelling.
a MOKN
9
MOKN a M
N
Opmerking:
R Druk op M
N om het alarm volledig te stoppen.
R Als de handset in gebruik is, gaat het alarm pas
af wanneer de handset weer in stand-by staat.
R Druk op elke willekeurige kiestoets van M
om het geluid te stoppen maar de sluimerfunctie
ingeschakeld te houden.
R Als u een externe oproep wilt plaatsen wanneer
de sluimerfunctie is ingeschakeld, moet u de
sluimerfunctie stoppen voordat u de oproep
plaatst.
Niet storen-modus
Met de Niet storen-modus stelt u een periode in
waarin de handset niet overgaat voor externe
gesprekken. Deze functie is handig als u niet wilt
worden gestoord als u bijvoorbeeld slaapt. De Niet
storen-modus kan per handset worden ingesteld.
Belangrijk:
R Controleer of de datum en tijd van het toestel
goed zijn ingesteld (pagina 14).
R Als u het alarm hebt ingesteld, gaat het alarm
ook af als de modus Niet storen is ingeschakeld.
De modus Niet storen in- en uitschakelen
1
M
N#238
2
MbN: Selecteer de gewenste instelling. a MOKN
R Als u "UIT" selecteert, moet u ter afsluiting
drukken op M
3
Voer het tijdstip in waarop u de functie wilt
laten starten. a MOKN
4
Voer het tijdstip (uur en minuut) in waarop u
de functie wilt laten eindigen. a MOKN a
M
N
Programmeren
N
N.
25