2.
Gebruik om de toonhoogte in stappen van een
octaaf te veranderen de
plus (+) toetsen (zonder
ingedrukt te houden).
• Het instelbereik voor deze bewerking is drie octaven
omhoog en omlaag (
br
• Terwijl het instelscherm hierboven weergegeven wordt,
bo
kunt u de d.m.v. de
plus (+) toetsen de instelling veranderen. Als u voor enige
tijd geen bewerking uitvoert, wordt het instelscherm
automatisch verlaten.
Uitoefenen van effecten op noten
U kunt nagalm, vibrato en andere effecten uitoefenen op
noten om hun geluid te verbeteren.
■ Effectblokdiagram
Klankbron
(1) Nagalm
(2) Zweving
(3) Normale DSP
(4) Solo
Synthesizer
DSP
br
OCTAVE min (–) en
br
TRANSPOSE
3 octaven tot +3 octaven).
–
bq
draairegelaar of de
min (–) of
(5) Hoofdequa-
lizer
Uitgangsvermogen
Gaat door (2), (3) of
(4). Verwijs ook naar
de "Beperkingen in
het gebruik van
zweving en DSP"
hieronder.
Selecteren en Creëren van tonen
(1) Nagalm
Voegt nagalm toe om het te laten klinken
alsof u in een kamer speelt of in een zaal.
(2) Zweving
Combineert meerdere lagen van dezelfde noot
om een geluid te creëren met meer diepte.
(3) Normale
Een collectie van veelzijdige normale DSP
DSP
effecten helpen om het geluid van tonen te
verbeteren. Vervorming kan bijvoorbeeld
uitgeoefend worden op een elektrische
gitaar waardoor deze krachtiger klinkt. Er
zijn 46 verschillende normale DSP types en
de meest geschikte voor de geselecteerde
toon wordt automatisch uitgeoefend.
DSP kan bewerkt en opgeslagen worden
als een gebruikers DSP.
(4) Solo
Een van de elementen die een Solo
Synthesizer
Synthesizer toon maakt. Zie "(7) Totaal
DSP
Blok" in de "Bewerkbare toonparameters
van de Solo Synthesizer" op pagina D-22.
Er zijn zes Solo Synthesizer DSP types. Als
u een Solo Synthesizer DSP bewerkt, wordt
dit opgeslagen als onderdeel van een Solo
Synthesizer gebruikerstoon. U kunt het niet
opslaan als een gebruikers DSP.
(5) Hoofdequa-
Stelt de frequentiekarakteristieken in van
lizer
de noten van de Synthesizer. De
hoofdequalizer kan gebruikt worden om de
frequentie in te stellen alsmede de
versterking van vier frequentiebanden: low
(laag), mid1 (middenbereik1), mid2
(middenbereik2) en high (hoog).
* Wanneer een toon met DSP (toon die een bepaalde DSP
gebruikt) geselecteerd wordt die geen Solo Synthesizer
toon is. Een toon met DSP heeft "DSP" naast de
displaynaam op het mixerscherm (pagina D-67) of
Optreden bewerkingsscherm (pagina D-64).
■ Beperkingen in het gebruik van zweving en DSP
Slechts een van de drie effecttypes (Zweving, Normale DSP, Solo
Synthesizer DSP) kan op een bepaald moment geactiveerd zijn.
In deze situatie:
Zwevingmodus
• Een toon anders dan de
Melodiesequencer
wordt geselecteerd
door Zone onderdeel 1
en Zweving wordt
geselecteerd door
"Chorus/DSP Select"
(zweving/DSP selectie)
(pagina D-38).
Normale DSP modus
• Een toon anders dan
de Melodiesequencer
wordt geselecteerd
door Zone onderdeel 1
en de DSP wordt
geselecteerd door
"Chorus/DSP Select"
(zweving/DSP selectie)
(pagina D-38).
Solo Synthesizer
Toonmodus
• Solo Synthesizer toon
geselecteerd door
Zone Onderdeel 1.
Dit type
En effecten worden
effect is
uitgeoefend op elk
geldig:
onderdeel zoals dit:
(2) Zweving
Hangt af van de
zwevingzendwaar
de (pagina D-68)
van de mixer en de
zwevingzendwaar
de (pagina D-29)
van de
geselecteerde
toon.
(3) Normale
(3) wordt enkel
DSP
uitgeoefend op
onderdelen
waarvan de mixer
DSP lijn (pagina
D-68)
ingeschakeld is.
(4) Solo
(4) wordt enkel
Synthesizer
uitgeoefend op Zone
DSP
onderdeel 1 en
onderdelen waarvan
de mixer DSP lijn
ingeschakeld is.
*
Een
D-37