5. Voer geen gevaarlijke handelingen uit en rijd niet met slechts één hand.
Houd uw voeten op de scooter.
6. Vermijd obstakelsprongen en anticipeer en pas uw traject en snelheid
aan die van een voetganger aan voordat u deze obstakels oversteekt.
Stap ondertussen uit het voertuig wanneer deze obstakels gevaarlijk
worden vanwege hun vorm, hoogte of slippen. Probeer niet direct langs
treden te gaan die hoger zijn dan 3 cm
7. Zorg er voor uw veiligheid voor dat de snelheid minder dan 25 km/uur is.
Vermijd het gebruik ervan zoveel mogelijk 's nachts.
Als u dit product 's nachts gebruikt, zet dan de koplamp aan en regel de
snelheid tot 15 km/u of minder.
7