LED-koplamp AAN/UIT-knop
Bandenspanning
Zorg er vóór het rijden voor dat de bandenspanning niet lager is dan 2,8 bar.
Anders neemt de kilometerstand elke keer af. Ook kan de bandenspanning
onder de standaardwaarde liggen, als de scooter langere tijd niet wordt gebruikt.
(Dit geldt voor scooters die zijn uitgerust met luchtbanden.)
Geluidsemissie
Het A-gewogen emissiegeluidsniveau van het rijdende voertuig bedraagt minder
dan 70 dB(A)
12.Rijinstructies
Voorbereiding op het rijden
1. Selecteer een geschikte rijplaats. Het beoogde oppervlak van onze
scooter is vlak, schoon, droog en waterpas. Houd afstand tot andere
2. Vouw de scooter uit volgens de uitvouwinstructies en draag
beschermende uitrusting, zoals hand-/pols-, knie-, hoofd- en
elleboogbescherming. De gebruiker moet altijd schoenen dragen.
3. Het is noodzakelijk om te controleren of het stuursysteem correct is
afgesteld, dat alle verbindingselementen (zoals een vouwsysteem) goed
zijn vastgedraaid en niet kapot zijn, en dat de remmen en wielen in goede
regelgeving (bijvoorbeeld gebruik in voetgangersgebieden, op de weg).
4. De gebruiker moet de gebruikslimieten controleren in
overeenstemming met de lokale wetgeving
22
weggebruikers
Minstens 10 meter.
staat zijn.