Het wijzigen van het programmaverloop
Het bijvullen van de trommel of
het voortijdig verwijderen van
wasgoed uit de trommel
^ Druk op de Deur - toets totdat de
deur openspringt.
^ Leg wasgoed in de trommel of haal
er wasgoed uit.
^ Sluit de deur.
Het programma wordt automatisch
voortgezet.
Attentie:
Nadat de wasautomaat een programma
eenmaal heeft gestart kan hij in de hoe-
veelheid wasgoed geen wijzigingen
meer vaststellen.
Daarom gaat de wasautomaat, ook na-
dat u nog wasgoed in de trommel hebt
gelegd of wasgoed uit de trommel heeft
gehaald, altijd van de maximale bela-
dingshoeveelheid uit.
De resttijd kan langer zijn dan aange-
geven.
In een paar gevallen kan de deur niet
meer worden geopend, en wel wan-
neer
– de temperatuur van het sop boven
de 55°C komt;
– de waterstand te hoog is;
– de programmafase Centrifugeren is
bereikt;
– de kinderbeveiliging is ingeschakeld.
Wanneer u in één van bovenstaande
gevallen op de Deur - toets drukt, gaat
het controlelampje Vergrendeld
branden.
28
Kinderbeveiliging
Met het inschakelen van de kinderbe-
veiliging voorkomt u dat de wasauto-
maat tijdens het wassen wordt geo-
pend of dat het wasprogramma
wordt afgebroken.
Het inschakelen van de kinderbeveili-
ging
^ Druk na het starten van het program-
ma minstens 4 seconden op de
Start - toets totdat het controlelampje
Vergrendeld gaat branden.
De kinderbeveiliging is nu ingescha-
keld.
Na afloop van het wasprogramma
wordt de kinderbeveiliging automatisch
opgeheven.
Het uitschakelen van de kinderbevei-
liging
^ Druk minstens 4 seconden op de
Start - toets totdat het controlelampje
Vergrendeld uitgaat.
Dat gebeurt niet wanneer de program-
makeuzeschakelaar op een ander pro-
gramma is gedraaid en het controle-
lampje Kreukbeveiliging/Einde knippert.
^ Draai de programmakeuzeschake-
laar op het programma dat u eerst
had ingesteld.
Het controlelampje Kreukbeveiliging/
Einde gaat uit.
^ Schakel nu de kinderbeveiliging uit.