Basisinstellingen
Lokaal netwerk
Netwerkinstellingen van het toestel weergeven.
¤
. . . met
IP adres type:
IP-adres:
Subnetmasker:
Standaardgateway:
Deze instellingen mogen bij voorkeur alleen door de beheerder worden gewijzigd.
VLAN
Een lokaal netwerk kan worden opgedeeld in logische deelnetwerken, zogeheten VLAN's (VLAN
= Virtual Local Area Network). VLAN's worden bijvoorbeeld gebruikt om het dataverkeer van ver-
schillende diensten (internettelefonie, internet-tv, ...) van elkaar te scheiden en om verschillende
prioriteiten vast te leggen voor het dataverkeer.
VLAN-instellingen van het toestel weergeven.
¤
. . . met
VLAN-tagging:
VLAN-identifier (LAN):
VLAN-prioriteit (LAN):
Deze instellingen kunnen alleen door de beheerder worden gewijzigd.
34
Instellingen selecteren
statisch of dynamisch
dynamisch
Het toestel ontvangt zijn IP-adres automatisch van een
DHCP-server in het netwerk (bijv. van de router). De vol-
gende velden bevatten de actuele instellingen. Deze
instellingen kunnen niet worden gewijzigd.
statisch
Het toestel ontvangt een vast IP-adres. De beheerder
voert de netwerkinstellingen in de overige velden in.
IP-adres van de telefoon in het lokale netwerk.
Subnetmasker van het lokale netwerk. Dit geeft aan, hoeveel delen van
het IP-adres voor de netprefix worden gebruikt en hoeveel voor het
apparaatadres. De netprefix moet voor alle apparaten in het lokale net-
werk identiek zijn.
IP-adres van het systeem in het lokale netwerk dat verantwoordelijk is
voor het toewijzen van adressen en het doorsturen van informatie naar
andere netwerken. Dit is meestal de router.
Instellingen selecteren
Als VLAN-tagging ingeschakeld is, wordt de volgende informatie
weergegeven
Code van het virtuele netwerk waartoe het toestel behoort.
Prioriteit van het virtuele netwerk waartoe het toestel behoort.
OK
Lokaal netwerk
OK
VLAN
OK
OK