Thermische
motorbeveiliging
Automatische
ontluchtingsinrichting
3. Ingebruikname
Slangdiameter
a
b
7
Slangverbinding van de
universele aansluiting
Slangaansluiting
Slang
aansluiten :
Bij overbelasting wordt de pomp door de ingebouwde ther-
mische motorbeveiliging uitgeschakeld. Na voldoende te zijn
afgekoeld, slaat de motor vanzelf weer aan (zie 6. Opheffen
van storingen).
De ontluchtingsinrichting verwijdert eventueel in de pomp aan-
wezige luchtbellen. Daarbij ontsnapt lucht door de ontluchtings-
4
gaten
en er ontstaan luchtbellen onder water. Dit is geen
defect aan de pomp, maar dient voor de automatische ont-
luchting.
4
Als de pomp de eerste keer wordt ondergedompeld, kan het
een paar seconden duren tot er lucht ontsnapt.
13 mm (1/ 2 ")
15 mm (5 / 8")
19 mm (3 /4")
7
Bovenste nippel
a
er bij
Voor de slangdiameter van 13 mm tot 19 mm zijn de volgende
aansluitsets nodig :
13 mm (1/ 2 "): GARDENA pompaansluitset, art.-nr. 1750
15 mm (5/ 8 "): GARDENA kraanstuk, art.-nr. (2)902, en
19 mm (3 /4 "): GARDENA pompaansluitset, art.-nr. 1752
Een optimale benutting van de capaciteit wordt bereikt bij gebruik
van een 38 mm (1 1/ 2 ")-slang.
Met de universele aansluiting
alle slangen uit de tabel hierboven.
1. Niet-benodigde nippels van de universele aansluiting
conform de slangverbinding weghalen.
2. Universele aansluiting
3. Slang met de universele aansluiting
Wij raden aan 38 mm (1 1/ 2 ")- en 25 mm (1") -slangen ook met
7
een GARDENA schroefklem art.-nr 1591 te bevestigen.
25 mm (1")
Geen nippel
afhalen.
weghalen.
slangstuk, art.-nr. (2)916
7
7
op de pomp schroeven.
38 mm (1 1/2 ")
Beide bovenste nippels
b
bij
weghalen.
is de aansluiting mogelijk van
7
verbinden.
7
29