Beginnen
32cm
2.2 Controlelijst voor een oplaadstation:
binnen het bereik van het lichtnet
in de schaduw (indien mogelijk)
> 1.5m
geen obstakels en geen gebied met weinig gras binnen het rechte pad van 2 m naar het oplaadstation
vlakke of horizontale locatie
geen irrigatiesproeiers in de buurt
2.3 Het oplaadstation op de gekozen plaats vastzetten
• Stel de plaat van het oplaadstation samen, maak de verbinding plat en draai deze vast. (Zie Afb. 24)
• Steek de oplaadtoren in de plaat van het oplaadstation. Zet het oplaadstation vervolgens vast op de grond met de meegele-
verde schroeven en inbussleutel. (Zie Afb. 24)
• Als u het station op een harde ondergrond plaatst, zet het dan vast met pluggen en schroeven.
OPMERKING: Het wordt aanbevolen om het oplaadstation op een vlakke en harde ondergrond te monteren.
24
1
1
2
2
3. DE RFID INSTALLEREN (Zie Afb. 25)
• De afstand van het midden van de RFID tot aan de voorkant en achterkant van de grasranden moet groter zijn dan 1,5 m.
• Zorg ervoor dat het midden van de RFID 50-60 cm verwijderd is van de gazonrand, bevestig de RFID met 2 schroeven.
• Plaats een andere RFID symmetrisch in de tegenoverliggende zone en zet deze vast.
25
> 1.5m
50-60cm
> 1.5m
32cm
5-15cm
> 2m
5-15cm
> 2m
3
5-15cm
> 2m
50-60cm
< 6m
> 1.5m
50-60cm
50-60cm
> 1.5m
< 6m
NL
5-15cm
> 2m
20