■ Verlichting
De kleur van de verlichting kan gewijzigd
worden.
1
Raak
aan.
Next
2
Raak
Change
● Elke keer dat u
Change
de kleur van de verlichting tussen blauw
en rood.
3
Raak
aan.
Done
■ Spraakbegeleiding
Selecteer het rechtse of linkse spraakkanaal
voor navigatie.
1
Raak
aan.
Next
2
Raak
Change
● Elke keer dat u
Change
er geschakeld tussen het rechtse en linkse
spraakkanaal voor navigatie.
3
Raak
aan.
Done
29
aan.
aanraakt, wisselt
aan.
aanraakt, wordt
■ Camera-instelling
Stel de camera in op bedieningsmodus
AUTO of MANUAL.
In de modus AUTO, krijgt u de beelden van
de camera op het PND-display te zien als u
de versnellingspook naar de positie achteruit
schakelt of als u de [SCREEN AV/NAV]-toets
lang indrukt. In de handmatige modus, krijgt u
de beelden van de camera te zien als u de
[SCREEN AV/NAV]-toets lang indrukt.
1
Raak
aan.
Next
2
Raak
Change
● Elke keer dat u
Change
er geschakeld tussen de bedieningswijzen
AUTO en MANUAL.
3
Raak
aan.
Done
Aanpassen en instellen
van het scherm
Als u de auto gestopt hebt, kunt u vanaf dvd-
, VTR-, DivX-, of iPod-video-beeld schakelen
naar het aanpassingsscherm, waar u het
contrast en de helderheid van het scherm
kunt regelen.
aan.
aanraakt, wordt
29