Bezig met afdrukken
3.
Klik in het dialoogvenster Eigenschappen op het tabblad Configuratie en dan op Aangepast
papierformaat.
4.
In het dialoogvenster Aangepast papierformaat selecteert u de maateenheden.
5.
In het deel Instellingen aangepast formaat specificeert u het formaat voor de korte kant en de
lange kant van het papier.
6.
Selecteer het selectievakje Papierformaat naam geven, typ een naam in het dialoogvenster
Papiernaam en klik dan op OK.
Klik in het dialoogvenster Eigenschappen op OK.
7.
Het aangepaste formaat verschijnt in de lijst Papierformaat van het venster Eigenschappen in
de printerdriver.
Een aangepast papierformaat definiëren voor Macintosh
1.
Selecteer Bestand > Pagina-instelling in de toepassing van waaruit u gaat afdrukken.
2.
In de vervolgkeuzelijst Stel in voor selecteert u de printer.
3.
In de vervolgkeuzelijst Papierformaat selecteert u Beheer aangepaste formaten.
4.
In het venster Aangepaste papierformaten klikt u op de plustoets (+) om het nieuwe aangepaste
formaat toe te voegen.
5.
Voer de breedte en hoogte van het aangepaste papierformaat in.
6.
Selecteer de printer in de vervolgkeuzelijst voor het niet-afdrukbare gebied.
Dubbelklik op Naamloos en typ een naam voor het nieuwe aangepaste formaat.
7.
8.
Klik op OK om het venster Aangepaste papierformaten te sluiten.
9.
Klik op OK om het venster met de pagina-instellingen te sluiten.
Het nieuwe aangepaste formaat is beschikbaar in de vervolgkeuzelijst Papierformaat van de
printerdriver en in Pagina-instelling.
Als u het aangepaste papierformaat wilt gebruiken, selecteert u Pagina-instelling en
Opmerking:
kiest u het aangepaste formaat dat u hebt gemaakt in de vervolgkeuzelijst Papierformaat.
®
90
Xerox
WorkCentre
Gebruikershandleiding
®
6025-multifunctionele printer