5.3
Controle van voordruk en branderdruk
•
Controle van voordruk op meetnippel C( Fig. 2.1)
•
Controle van branderdruk op meetnippel D (fig. 2.1)
Na controle altijd de drukmeetnippel dichtdraaien en op dichtheid controleren
5.4
Controle op gasdichtheid
Voer de controle op gasdichtheid met lekspray of gasdetector:
•
Open de gaskraan en test op gaslekkages
•
Ontsteek de waakvlam en test op gaslekkages
•
Ontsteek de hoofdbrander en test op gaslekkages
•
Ontsteek de sfeerbrander en test op gaslekkages
6 Beknopte gebruikershandleiding
6.1
Bediening