Snelstartgids
1.0 Aandachtspunten m.b.t. draadloze apparatuur
1.1 Inschakelvolgorde
De voedingsmodule mag pas in een draadloos instrument worden geïnstalleerd
wanneer de Smart Wireless Gateway is geïnstalleerd en goed werkt. Bij het
inschakelen van draadloze instrumenten dient een volgorde te worden
aangehouden die wordt bepaald door de afstand tot de Gateway, te beginnen
met het instrument dat het dichtst in de buurt staat. Hierdoor zal het opzetten
van het netwerk sneller en eenvoudiger verlopen. Schakel Active Advertising
(actief adverteren) in op de Gateway zodat nieuwe apparaten sneller verbinding
maken met het netwerk. Raadpleeg voor meer informatie de
van de Smart Wireless Gateway.
1.2 Stand van de antenne
De interne antenne is zo ontworpen dat hij in meerdere standen kan worden
gemonteerd. De transmitter moet worden gemonteerd volgens de beste
werkwijzen voor uw toepassing voor temperatuurmeting. Voor een goede
communicatie met andere apparaten moet de transmitter zich op een afstand
van circa 1 m (3 ft.) van grote constructies of gebouwen bevinden.
1.3 Verbindingen met de veldcommunicator
De voedingsmodule moet worden geïnstalleerd in het apparaat zodat de
veldcommunicator kan communiceren met de Rosemount 248 Wireless.
De aansluitpunten voor de veldcommunicator bevinden zich op de groene
voedingsmodule. Verwijder eerst het deksel van de voedingsmodule om
met de transmitter te communiceren. Hierdoor krijgt u toegang tot de
HART-communicatie-aansluitklemmen op de groene voedingsmodule. Sluit
vervolgens de veldcommunicatordraden aan op de COMM-poortaansluitingen
op de groene voedingsmodule.
Op deze transmitter wordt de groene voedingsmodule gebruikt; bestel
modelnummer 701PGNKF. De voedingsmodule heeft aan één kant een inkeping
en kan slechts op één manier worden geplaatst. Voor veldcommunicatie met dit
apparaat is een op HART gebaseerde veldcommunicator nodig. Zie
voor instructies over het aansluiten van de veldcommunicator op de
Rosemount 248 Wireless.
4
Oktober 2016
naslaghandleiding
Afbeelding 1