Aansluiten en afdrukken
Indien er een IP- of AppleTalk verbinding wordt gebruik, zijn de
onderstaande instellingen vereist. Indien een USB-verbinding wordt
gebruikt, wordt de printer automatisch herkend en verbonden.
8
Open Systeemvoorkeuren en kies Afdrukken en faxen.
9
Klik op het plus-symbool (+) om de geïnstalleerde printerdriver toe te
voegen.
10
Klik op de IP-icoon voor een IP-verbinding en voer het IP-adres en
de printernaam in. Wanneer u op de AppleTalk-icoon klikt voor een
AppleTalk-verbinding, voer dan de printernaam in.
11
Selecteer de geïnstalleerde printerdriver en kies Voeg toe.
3-17