Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Bij een waterhardheid van 1 - 12 °dH
Wat u moet doen ...
... wanneer de juiste leidingwaterhardheid al is
geprogrammeerd.
Schakel de afwasautomaat met de Uit - toets (o) uit.
... wanneer u een andere leidingwaterhardheid moet
programmeren:
Zoek dan in de tabel de toets waar u voor deze lei-
dingwaterhardheid op moet drukken.
Zolang u op deze toets blijft drukken, brandt het con-
trolelampje van de gekozen toets.
1 - 4 °dH (0,2 - 0,7 mmol/l): toets
5 - 6 °dH (0,9 - 1,1 mmol/l): toets
7 °dH (
8 - 10 °dH (1,4 - 1,8 mmol/l): toets
11 - 12 °dH (2,0 - 2,2 mmol/l): toets
13 - 70 °dH (2,3 -12,6 mmol/l): Druk op toets
ga door op de volgende bladzijde.
Laat de toets weer los.
Afhankelijk van de programmering branden daarbij
weer de volgende controlelampjes.
g
Druk op toets
Druk nog een keer op toets
Schakel de afwasautomaat met de Uit - toets (o
De geprogrammeerde waterhardheid van uw leidingwa-
ter is nu opgeslagen.
Controleer de stand van de waterhardheidsschake-
laar in de spoelruimte en verander de instelling in-
dien nodig (zie paragraaf: "Het instellen van de wa-
terhardheidsschakelaar").
16
1,3 mmol/l): toets
.
g
.
b
c
d
e
f
g
en
uit.
)
n
n
brandt
knippert
b
Aan +
Zout
c
Aan +
Zout
d
Aan +
Zout
e
Aan +
Zout
f
Aan +
Zout
Aan
Zout +
b
d
e
,
,
g
Aan +
Zout
Aan
Zout +
c
g