Waarschuwingsindicator
■ Op het LCD-scherm kunnen verschillende waarschuwingsberichten worden
weergegeven.
KAARTFOUT!
ㆍFout met geheugenkaart.
→ Schakel de camera uit en weer in.
→ Plaats de geheugenkaart opnieuw.
→ Plaats de geheugenkaart en formatteer de geheugenkaart (p. 36)
KAART VERGRENDELD!
ㆍDe geheugenkaart is vergrendeld.
→ SD/SDHC-geheugenkaart: Schuif de schakelaar voor schrijfbeveiliging naar
de bovenkant van de geheugenkaart
GEEN KAART!
ㆍEr is geen geheugenkaart geplaatst.
→ Plaats de geheugenkaart opnieuw.
→ Schakel de camera uit en weer in.
GEEN AFBEELDING!
ㆍEr zijn geen opnamen opgeslagen op de geheugenkaart.
→ Maak opnamen.
→ Plaats een geheugenkaart die een aantal afbeeldingen bevat.
BESTANDSFOUT!
ㆍBestandsfout.
→ Formatteer de geheugenkaart.
ㆍFout met geheugenkaart.
→ Neem contact op met een servicecentrum.
BATTERY BIJNA LEEG!
ㆍDe batterijen zijn bijna leeg.
→ Breng nieuwe batterijen aan.
WEINIG LICHT!
ㆍBij het maken van opnamen op donkere plaatsen.
→ Maak opnamen in de flitsermodus.
Voordat u contact opneemt met een servicecentrum
■ Controleer het volgende
De camera kan niet worden ingeschakeld
ㆍDe batterijen bijna leeg.
→ Breng nieuwe batterijen aan. (p. 10).
ㆍDe batterijen zijn verkeerd om geplaatst.
→ Plaats de batterijen en zorg ervoor dat deze in de juiste richting zitten (+/ -).
De camera wordt tijdens het gebruik uitgeschakeld
ㆍDe batterijen zijn leeg.
→ Breng nieuwe batterijen aan.
ㆍDe camera wordt automatisch uitgeschakeld.
→ Schakel de camera weer in.
[79]