Waar u op moet letten bij het maken van opnamen
■ Als u de sluiterknop tot halverwege indrukt.
Druk lichtjes op de sluiterknop om de scherpte-instelling en de batterijlading voor
de flitser te bevestigen.
Druk de sluiterknop helemaal in om de opname te maken.
[ Lichtjes op de sluiterknop drukken ]
■ De beschikbare opnametijd kan variëren, afhankelijk van opnamecondities en
camera-instellingen.
■ Als de flitser is uitgeschakeld of de modus Langzame synchronisatie is
ingeschakeld bij weinig licht, wordt mogelijk de waarschuwingsindicator voor het
trillen van de camera (
) weergegeven op het LCD-scherm. In dat geval kunt
u een statief gebruiken, de camera op een stabiel oppervlak plaatsen of de flitser
inschakelen.
■ Opname met tegenlichtcorrectie :
Wanneer u buitenshuis opnames maakt, kunt u beter niet tegen de zon in
fotograferen omdat de foto anders te donker kan zijn vanwege het tegenlicht.
Als u een opname wilt maken tegen de zon in, gebruikt u de instelling
[TEGNLICHT] in de scènemodus (zie pagina 17), steunflits (zie pagina 26),
spotmeting (zie pagina 45), of belichtingscorrectie (zie pagina 48).
■ Zorg dat de lens of de flitser niet worden geblokkeerd tijdens het nemen van
een foto.
■ Stel de opname samen met behulp van het LCD-scherm.
[20]
[ De sluiterknop indrukken ]
■ Onder bepaalde omstandigheden bestaat de kans dat het systeem voor
scherpteregeling niet werkt zoals verwacht.
- Bij het fotograferen van een onderwerp met weinig contrast.
- Als het onderwerp sterk reflecteert of glanst.
- Als het onderwerp met hoge snelheid beweegt.
- Als er sprake is sterke lichtweerkaatsing of als de achtergrond helverlicht is.
- Bij een onderwerp met alleen horizontale lijnen of een heel smal onderwerp
(zoals een stok of een vlaggenmast).
- Als de omgeving donker is.