Een computer verbinden met de projector via een draadloos
LAN, en tegelijkertijd de projector verbinden met een bestaand
netwerk
1.
Voer de stappen 1 t/m 3 onder "De projector en een computer verbinden via een
draadloos LAN" (bladzijde 6) uit.
2.
Gebruik een LAN-kabel om de projector te verbinden met het bestaande
netwerk.
Afhankelijk van de bestaande netwerkomgeving moet u een van de volgende handelingen
uitvoeren: "Gebruiken van een bedrade LAN-verbinding om de projector te verbinden met een
bestaand netwerk dat beschikt over een DHCP-server" (bladzijde 8) of "Gebruiken van een
bedrade LAN-verbinding om de projector te verbinden met een bestaand netwerk met een
vast IP" (bladzijde 8).
Opmerking
Als u de weergegeven naam voor de SSID wilt wijzigen, of andere instellingen voor het
draadloze LAN-toegangspunt van de projector, moet u de procedure gebruiken onder
"Configureren van projectorinstellingen" (bladzijde 21) om de instellingen voor de items die
onder "Access Point Mode" vallen te wijzigen (bladzijde 24).
Als de projector tegelijkertijd is verbonden met zowel een draadloos LAN als met een bedraad
LAN via het type verbinding zoals hierboven vermeld, dan zal de draadloze LAN-computer
toegang hebben tot het bedrade LAN volgens de standaardinstellingen van de projector. De
"Access Filter" instellingen (bladzijde 29) kunnen zo worden geconfigureerd dat toegang van
het bedrade LAN tot het draadloze LAN volledig wordt geblokkeerd, of zo dat er alleen
internettoegang wordt toegestaan via het draadloze LAN.
14