Selecteren van de kleurenmodus
U kunt kiezen uit verschillende instellingen voor de kleurweergave aan de hand van de getoonde
beelden en de projectie-omstandigheden.
Belangrijk!
De kleurenmodus kan niet worden geselecteerd in de volgende gevallen.
Wanneer "Uit" is ingesteld voor de Eco modus (bladzijde 25).
Wanneer de projector in de 3D ingangsmodus staat. Zie "3D ingangsmodus" (bladzijde 17).
De kleurenmodus kan niet worden geselecteerd wanneer "Aan" is geselecteerd bij "Optie
instellingen 2
gewijzigd kan worden, kan dit in bepaalde gevallen problemen opleveren met de optionele
interactieve aanwijzer (YA-P10).
Veranderen van de kleurenmodus
1.
Druk op de [COLOR MODE] toets.
Hiermee opent u het keuzevenster voor de kleurenmodus. De knop voor de huidige
kleurenmodus staat geselecteerd (ingevuld).
2.
Gebruik de [ ] en [ ] toetsen om de gewenste kleurenmodus te selecteren en
druk dan op [ENTER].
Hiermee selecteert u de knop naast de gemarkeerde kleurenmodus.
Zie voor details over wat elke kleurenmodus precies inhoudt "Kleurmodus" (bladzijde 39)
onder "Beeldinstelling 1 Hoofdmenu".
3.
Druk op [ESC] om het venster weer te sluiten.
Zoomen
1.
Druk op de [D-ZOOM +] toets.
Hierdoor wordt het midden van het geprojecteerde beeld één stap uitvergroot.
2.
Druk nog eens op [D-ZOOM +] om verder in te zoomen op het midden van het
geprojecteerde beeld. Druk op de [D-ZOOM –] toets om uit te zoomen.
Met elke druk op [D-ZOOM +] zoomt u in (wordt de vergrotingsfactor hoger), terwijl u met
[D-ZOOM –] uitzoomt. U kunt de vergrotingsfactoor doorlopend laten veranderen door elk van
deze toetsen ingedrukt te houden.
3.
Wanneer er is ingezoomd op een beeld, kunt u met de [ ], [ ], [ ] en [ ]
toetsen andere delen van het beeld laten uitvergroten (alsof u een vergrootglas
over het oorspronkelijke beeld beweegt).
4.
Druk op [ESC] om het zoomen af te sluiten.
Interactieve aanwijzer". Alhoewel de kleurenmodus op sommige modellen wel
20