Instructies voor gebruik
Gebruik van de afstandsbediening
De afstandsbediening zendt signalen
naar het apparaat.
Signaalzender
5
1
6
3
4
10
2
CANCEL
9
7
SET
ON
OFF
17
11
AUTO CLEAN
8
12
13
14
15
16
Opklapdeksel
(geopend)
Gebruiksstand
Koelen
Autom. bediening/Autom. overgang
Gezonde ontvochtiging
Verwarming
Koelmodel (
), Warmtepompmodel ( )
8 Kamerairconditioning
1. START/STOP-KNOP
Het apparaat start wanneer deze knop wordt
ingedrukt, en stopt wanneer de knop opnieuw
wordt ingedrukt.
2. STANDSELECTIEKNOP
Hiermee selecteert u een werkstand.
3. KNOPPEN VOOR INSTELLING VAN DE
KAMERTEMPERATUUR
Hiermee bepaalt u de kamertemperatuur.
4. KEUZEKNOP VENTILATORSNELHEID
BINNEN
Hiermee bepaalt u de snelheid van de ventilator
(4 standen): laag, middel, hoog en CHAOS.
5. JET COOL
Hiermee start of stopt u de snellekoeling.
(Bij snelle koeling werkt de ventilator op
zeer hoge snelheid in de koelstand.)
6. CHAOS SWING-KNOP
Hiermee stopt of start u de beweging van de
lamellen en stelt u de gewenste opwaartse/
neerwaartse luchtstroom in.
7. AAN/UIT-KNOPPEN TIMER
Hiermee stelt u de start- en stoptijden in
(zie pagina 17).
8. INSTELKNOPPEN TIJD
Hiermee stelt u de tijd in (zie pagina 17).
9. KNOP VOOR INSTELLEN/WISSEN TIMER
Hiermee schakelt u de timer in wanneer de
gewenste tijd is bereikt en schakelt u de timer uit
(zie pagina 17).
10. KNOP VOOR AUTOMATISCHE INSTELLING
VAN SLAAPSTAND
Hiermee stelt u de slaapstand automatisch in (zie
pagina 17).
11. KNOP LUCHTCIRCULATIE
Hiermee kunt u de lucht in de ruimte laten
circuleren zonder te koelen of te verwarmen (zie
pagina 18).
12. CONTROLEKNOP KAMERTEMPERATUUR
Hiermee controleert u de kamertemperatuur.
13. PLASMA (OPTIONEEL)
Hiermee start of stopt u de plasma-purificatie (zie
pagina 15).
14. KNOP VOOR HORIZONTALE LUCHT-
STROOM (NIET OP ALLE MODELLEN)
Hiermee stelt u de gewenste horizontale
luchtstroom in (zie pagina 18).
15. HERSTELKNOP
Deze wordt gebruikt vóór het resetten van de tijd
of na het vervangen van de batterijen.
16. KNOP 2E FUNCTIE
Gebruik deze knop voordat u de functies gebruikt
die blauw zijn weergegeven onder de knoppen
(zie pagina 16).
17. AUTOMATISCHE REINIGING (OPTIONEEL)
Hiermee stelt u de automatische reiniging in.
Koelen
1
Druk op de Start/stop-knop.
Het apparaat reageert met
een piepgeluid.
Open het klepje op de afstandsbediening. Voor selectie van
2
Koelen drukt u op de selectieknop voor de bedieningsstand.
Telkens wanneer de knop wordt ingedrukt, verschuift de
bedieningsstand in de richting van de pijl.
Koelen
Sluit het klepje op de afstandsbediening. Stel de temperatuur
3
lager in dan de kamertemperatuur. De temperatuur kan
worden ingesteld binnen een bereik van 16 °C ~ 30 °C met
stappen van 1 °C.
AAN
Stel de snelheid van de ventilator opnieuw
4
in met het klepje van de afstandsbediening
nog dicht. U kunt de ventilatorsnelheid
instellen op vier standen: laag, gemiddeld,
hoog en CHAOS.
Telkens wanneer de knop wordt ingedrukt,
verandert de snelheid van de ventilator.
Natuurlijk briesje volgens de CHAOS-logica
❏
Voor een koeler gevoel dan bij een andere ventilatorsnelheid, drukt u op de keuzeknop
Ventilatorsnelheid Binnen, en stelt u deze in op CHAOS. In deze stand beweegt de lucht als een
natuurlijk briesje omdat de snelheid van de ventilator automatisch wordt veranderd volgens de
CHAOS-logica.
Instructies voor gebruik
Automatische
Gezonde
Verwarmen
ontvochtiging
overgang
(Alleen warmtepompmodel)
Om de temperatuur te verhogen
Om de temperatuur te verlagen
Gebruikershandleiding 9