Als de tweede comforttemperatuurtijd op "--:--" gezet wordt, is de instelling van de tweede
verlagingstemperatuurtijd eigenlijk zonder belang, omdat er niets verandert.
In het totaal kunnen twee tijdspannes met comforttemperatuur ingesteld worden, bv. van
6:00 - 9:00 uur en van 16:00 - 23:00 uur.
Na het instellen van de tweede verlagingstemperatuurtijd en het bevestigen met de toets
"PROG" is weer de normale bedrijfsmodus actief.
De schaal onder aan het LC-display volgt de actuele wijzigingen, daardoor zijn de
gevolgen voor het dagprofiel direct te herkennen.
Hierbij dient er rekening mee gehouden te worden dat de temperatuur waarmee de
vorige dag beëindigd wordt, niet op het display weergegeven wordt. Dit betekent
dat als de vorige dag bv. met comforttemperatuur beëindigd wordt, dan zet deze
verwarmingsfase zich de volgende dag voort. Tijdens de programmering wordt dit
echter niet weergegeven!
c)
Modi
Het wisselen van de modus gebeurt met de toets "FUNKTION". Door het meermaals
indrukken kunnen hierbij de verschillende modi na elkaar opgeroepen worden:
Afbeelding 24
• •
Automatische werking
In de automatische werking (weergave "Auto" op het LC-display) volgt de kamertemperatuur
het ingestelde weekdagprogramma. Het temperatuurverloop voor de actuele weekdag wordt
op de balkschaal aan de onderste displayrand weergegeven. De symbolen
aan of de comforttemperatuur of de verlagingstemperatuur actief is.
Moet de temperatuur tijdelijk veranderd worden, dan kan dit gewoon via het instel-
wiel gebeuren. Bij de volgende gewone temperatuurwissel in het tijdprogramma
keert de thermostaat dan automatisch naar het tijdgestuurde programma terug.
Afbeelding 23
en
geven
23