Juni 2018
Afbeelding 1. Voedings-, communicatie- en sensoraansluitingen
A
A. Aansluitklemmen sensor
B. Aansluitklemmen voeding/communicatie
4.2
Aard de transmitter
Niet-geaarde thermokoppel- en RTD-/ohmingangen
Elke procesinstallatie heeft specifieke vereisten voor aarding. Gebruik de
aardopties die door de fabriek voor dit specifieke sensortype worden
aanbevolen of begin met aardoptie 1 (de meest gebruikelijke).
Optie 1 (voor geaarde behuizing):
1. Verbind de omhulling van de sensorbedrading met de
transmitterbehuizing.
2. Zorg dat de sensorafscherming elektrisch geïsoleerd is van omliggende
objecten die mogelijk geaard zijn.
3. Aard de afscherming van de signaalbedrading aan de voedingszijde.
A
A. Sensordraden
B. Transmitters
Optie 2 (voor niet-geaarde behuizing):
1. Verbind de afscherming van de signaalbedrading met de afscherming van
de sensorbedrading.
2. Zorg dat de twee afschermingen aan elkaar bevestigd zijn en elektrisch
geïsoleerd zijn van de transmitterbehuizing.
3. Aard de afscherming uitsluitend aan de voedingszijde.
+
–
B
B
D
C. 4—20 mA-kring
D. Aardpunt afscherming
C
Snelstartgids
7