3.1.4 Logisch blok
Met de logische functie kan de status van de uitgang worden bediend op basis van het resultaat van een logische
operatie. Deze heeft de laagste prioriteit.
Het resultaat van de operatie kan uitgezonden worden op de bus KNX en kan direct van invloed zijn op de status
van een of meer uitgangen. Er zijn 2 logische blokken per apparaat beschikbaar.
Functioneringsprincipe van een logisch blok:
Logische ingang 1
Logische ingang 2
Logische ingang 3
Logische ingang 4
Blokkeren logisch blok 1
1
Aantal logische ingangen: voor het valideren van de logische ingang
2
Waarde logische ingang: omkering, ja of nee
3
Type logische functie (EN/OF): keuze van de logische functie
4
Het logische resultaat reageert op uitgangen: keuze van de betreffende uitgangen per
logische operatie
Het functioneren wordt bepaald door de hieronder weergegeven instellingen:
Opmerking: De beschrijving van de instellingen gebeurt op het logische blok 1. De instellingen en de objecten zijn
identiek voor het logische blok 2 ; Alleen de termen zijn aangepast.
TYM646T - TYM646R
2
1
48
3
Logische uitgang 1
OR
4
O1
O1
O1
O2
O1
Ox
6LE007010C