Zorg ervoor dat er geen water in de
elektronica of in de verlichting te-
rechtkomt.
Zorg ervoor dat er geen reinigings-
water door de afvoeropening voor
het dooiwater loopt.
Gebruik voor het reinigen van het
apparaat nooit een stoomreiniger,
aangezien stoom in aanraking kan
komen met spanningvoerende delen
van het apparaat en zo kortsluiting
veroorzaken.
Het typeplaatje in de binnenruimte
van het apparaat mag niet worden
verwijderd. De gegevens zijn nodig in
het geval er een storing optreedt.
Om beschadigingen aan het opper-
vlak te voorkomen, mag u onder-
staande producten bij het reinigen
niet gebruiken.
– Zuur-, soda-, ammoniak- of chloride-
houdende reinigingsmiddelen
– Kalkoplossende reinigingsmiddelen
– Schurende reinigingsmiddelen zoals
schuurpoeder
– Oplosmiddelhoudende reinigings-
middelen
– Reinigingsmiddelen voor roestvrij
staal
– Reinigingsmiddelen voor vaatwerk
– Ovensprays
– Glasreinigers
Het reinigen van het apparaat
– Schurende artikelen zoals schuur-
sponsjes, borsteltjes of puimsteen-
tjes
– Vlekkensponsjes
– Scherpe metalen schrapers
Vòòr het reinigen
^ Schakel het apparaat uit.
Het display gaat uit en de koeling is uit-
geschakeld.
Is dat niet het geval, dan is de vergren-
deling ingeschakeld.
^ Schakel in dat geval de vergrende-
ling uit.
Zie hoofdstuk: "Het wijzigen van in-
stellingen".
^ Trek de stekker uit het stopcontact of
schakel de hoofdschakelaar uit.
^ Haal de levensmiddelen uit het appa-
raat en sla ze op een koele plaats op.
^ Haal de deurvakken uit het apparaat.
^ Haal de vakken en het deksel van de
PerfectFresh-zone uit het apparaat.
Zie hoofdstuk: "Het indelen van de
binnenruimte", paragraaf: "De vakken
van de PerfectFresh-zone".
^ Verwijder de glasplaat uit de plaat
die de koelzone en de PerfectFresh-
zone van elkaar scheidt.
43