Inhoud Mechanische afstelwerkzaamheden bij de adventure Hoogte-instelling van de armsteun Lengte-instelling van de armsteun Zijdelingse aanpassing van de armsteun Hoogte-instelling van de rugleuning Alleen functionele zitting standaard- en comfortbekleding Neigingsinstelling van de rugleuning functionele zitting Neigingsinstelling van de rugleuning standaard zitting Lengte-instelling van de zitting functionele zitting standaard- en comfortbekleding...
Algemene aanwijzingen Voor de handelingen die in dit informatieboekje worden be- schreven, heeft u een set inbussleutels (2,5 tot 8 mm) nodig. Bestelinformatie over onderdelen die geleverd kunnen wor- den, vindt u in ons producthandboek. Door alber worden voor leveranciers van medische artikelen cursussen aangeboden voor de reparatie van de adventure en andere alber-producten.
1 Mechanische afstelwerkzaamheden bij de adventure 1.1 Hoogte-instelling van de armsteun – Draai de twee schroeven [1] aan de zijkant los. – Schuif de armsteun [2] naar de gewenste hoogte. – Draai de twee schroeven [1] weer vast. 1.2 Lengte-instelling van de armsteun –...
Pagina 6
– Trek de armsteun [2] helemaal uit de geleiding [4]. – Draai de twee schroeven [6] aan de onderkant van de be- kleding [5] los. – Duw de schuif [7] in de juiste positie. – Draai de twee schroeven [6] weer stevig vast. –...
1.3 Zijdelingse aanpassing van de armsteun – Klap de zitting [9] naar voren – Draai de twee schroeven [10] onder het zitvlak los. – Schuif de complete armsteun [2] in de gewenste positie. – Draai de schroeven [10] weer stevig vast. –...
1.4 Hoogte-instelling van de rugleuning Alleen functionele zitting (standaard- en comfortbekleding) – Verwijder de bekleding van de rugleuning. – Draai de 4 schroeven waarmee de rugleuning aan de hou- der [11] bevestigd is, los en verwijder deze. – Aan de binnenkant van de rugleuning zitten op elke rij 3 boorgaten, die echter bedekt zijn door de stoffering.
1.5 Neigingsinstelling van de rugleuning Functionele zitting – Draai de schroeven [13] op de houder [11] los. – Schuif de hele rugleuning [14] in de gewenste neigings- positie. – Draai de schroeven [13] weer stevig vast. Door de verstelling van de neigingshoek wordt ook de hoogtepositie van de rugleuning versteld.
1.6 Neigingsinstelling van de rugleuning Standaard zitting – Draai de vier stergrepen [15] los en verwijder deze. – Trek of duw de rugleuning [14] in de gewenste positie. – Draai de vier stergrepen [15] erop en draai deze stevig vast. Door de verstelling van de neigingshoek wordt ook de hoogtepositie van de rugleuning versteld.
1.7 Lengte-instelling van de zitting Functionele zitting (standaard- en comfortbe- kleding) – Verwijder de bekleding van de zitting. – Draai de 4 schroeven waarmee de zitting vastgeschroefd is, los en verwijder deze. – Aan de binnenkant van de zitting zitten 5 boorgaten in elke rij, die echter bedekt zijn door de stoffering.
1.8 Hoekinstelling van de gehele beensteun Functionele zitting – Verwijder de beensteun van de zitting. – Draai de twee schroeven [17] aan de bovenkant van de beensteun los, de verbinding [18] kan dan vrij worden bewogen. – Stel de gewenste hoek in. –...
1.9 Lengteaanpassing van de beensteun Standaard en functionele zitting – Draai beide schroeven [19] aan de achterkant van de been- steun los. – Trek of duw het onderstuk van de beensteun [20] in de geenste positie. – Draai de beide schroeven [19] weer stevig vast.
1.10 Hoekinstelling van de voetsteun aan de beensteun Functionele zitting – Draai de schroeven [21] aan beide kanten aan de onderkant van de beensteun los. – Schuif de aanslag [22] in de gewenste positie. – Controleer de aanslag en zo ook de hoekinstelling van de voetsteun;...
1.11 Lengte-instelling van de voetsteun aan de beensteun Standaard en functionele zitting – Draai de drie schroeven [23] aan de onderkant van de vo- etsteun los. – U kunt de voetsteun in lengterichting verstellen door de schroeven in boorgat A, B of C te bevestigen. –...
1.12 Aanwijzing m.b.t. het koppelelement Het op het onderstel aanwezige koppelelement [25] dient voor de aansluiting van een periferiemodule voor het aanstu- ren van externe aandrijvingen. De afdekking [26] voorkomt vervuiling resp. beschadiging van het koppelelement en mag alleen worden verwijderd, wanneer een apparaat aangesloten moet worden.
1.13 Afstemming van de onderstel-vering en demping 1.13.1 Algemene informatie Bij eerste levering is het onderstel van de adventure reeds optimaal afgestemd op het gewicht van de gebruiker en zijn er normaliter geen extra aanpassingen noodzakelijk. Indien het om een tweedehands adventure gaat of het lichaams- gewicht van de gebruiker aanzienlijk is veranderd, moet de adventure opnieuw worden ingesteld.
1.13.2 Afstellen van de achterste vering Alvorens met de afstelwerkzaamheden aan de vering te beginnen dienen de accu’s te worden verwijderd (zie afbeel- ding), zodat de vering/dempelementen volledig onbelast zijn De voorspanning van de achterste veer [27] kan met be- hulp van meerdere bij alber verkrijgbare, met verschillende kleuren gecodeerde afstandsmallen worden ingesteld, of een conventionele meetschuif.
1.14 Instellen van de richtingaanwijzers Bij een zijdelingse aanpassing van de armsteun (zie hoof- dstuk 1.3) is het soms noodzakelijk, om beide richtingaan- wijzers [31] opnieuw in te stellen. – Draai beide schroeven [32] los. – Trek of duw de richtingaanwijzer [31] in de gewenste posi- tie.
1.15 Instellen van de kanteling van de zitting Functionele zitting – Draai de schroeven [34] aan beide kanten van de opname- balk [33] los. – Trek of duw aan de opnamebalk [33] de complete zitting- houder in de gewenste positie. –...
1.16 Instellen van de kanteling van de zitting Standaard zitting – Draai de schroeven [35] aan beide kanten van de opname- balk [33] los en verwijder deze. – Plaats de opnamebalk [33] in de door uw gewenste positie. – Schroef de opnamebalk [33] met de schroeven [35] weer stevig vast.
1.17 Spatbord monteren (accessoire, als optie leverbaar) 1.17.1 Spatbord stuurwielen – Maak het opnamevlak van de vork grondig schoon; het moet vetvrij zijn. – Neem de zelfklevende folie [36] weg. – Schuif het sparbord [37] onder de vork op het stuurwiel; let erop dat het in de juiste positie komt te zitten.
1.17.2 Spatbord aandrijfwielen – Plaats, zoals in de tekening afgebeeld, het haakse plaatje van het spatbord [38] op de opname [39]. – Schroef nu het spatbord [38] aan de opname [39] vast. 1.17.3 Reflectors aanbrengen – Neem de beschermende strip van de plakfolie [40] aan de achterkant van de reflector [41] weg.
1.18 Lengte-instelling van het bedienpaneel – Onder de armleuning: Schroef de beide schroeven [42], die zich in de uitlegger [43] bevinden, los. – Schuif de uitlegger met het daaraan bevestigde bedien- paneel in de gewenste positie. – Trek de beide schroeven [42] weer stevig vast.
2 Instellingen op het bedieningspaneel 2.1 Algemene informatie bij de programmeer- modus De adventure beschikt over een groot aantal parameters die anders ingesteld kunnen worden naargelang het soort handi- cap en de behoeften van de klanten. De programmering vindt rechtstreeks plaats via het bedie- ningspaneel.
2.3 Instelbare parameters De volgende parameters kunt u zonder extern programmeer- apparaat direct via het bedieningspaneel afstemmen op de gebruiker: Keuze parameterset indoor / outdoor – Bij de adventure kunnen de parametersets voor het in- door- en outdoor- gebruik onafhankelijk van elkaar worden geprogrammeerd, b.v.
Zwenksnelheid – Bepaalt de maximumsnelheid waarmee een cirkel of bocht wordt gereden. – Reductie zorgt ervoor, dat men stabieler rechtdoor kan rijden bij grotere snelheden, bij lagere snelheden traag / goedmoedig. – Verhoging bij lagere snelheden (binnen) zorgt ervoor dat korte bochten worden genomen, bij hogere snelheden zenuwachtig / snel reactievermogen.
Pagina 28
Richtingwisseling joystick In het bijzonder van nut bij gebruikers, die de joystick alleen in bepaalde richtingen kunnen uitsturen (bijv. alleen trekken) of wanneer het bedieningsapparaat in omgekeerde inbouw- positie wordt aangebracht (bijv. therapietafel). Mogelijke veranderingen: – Verwisselen van de joystickpositie in de daadwerkelijke rijrichting –...
Onderstel met korte bogie of lange bogie – Instelling 1 balk: Zachter remmen (Deeze instelling is alleen toegelaten voor onderstel met lange bogie) – Instelling 5 balken: Standaard instelling (zonder werdere functie) Verlichting/knipperlicht – Instelling 1 balk: functie gedeactiveerd – Instelling 5 balken: functie geactiveerd 2.4 Activeren van de servicemodus Om de servicemodus te activeren moet u eerst de pro- grammeersleutel [1] in de opening [2] aan de onderkant van...
2.5 Keuze van de parametersets indoor / outdoor Kies nu de modus die u wilt veranderen. U ziet nu eerst in welke modus u zich momenteel bevindt. Dat wil zeggen: u ziet één balk outdoor-modus u ziet twee balken = indoor-modus Outdoor-modus Indoor-modus...
2.6 Verandering van de parameters Nadat u de modus heeft vastgelegd die u wilt veranderen, kunt u beginnen met de afzonderlijke programmering. Door met de joystick naar links of rechts te sturen, worden de pa- rameters ingesteld, zoals reeds in hoofdstuk 2.3 nader werd beschreven.
Sturen naar beneden: balkindicatie wordt lager; de gekozen parameter wordt lager of wordt gedeactiveerd. Parameters, codes en programmeermogelijkheden vindt u in de tabel in hoofdstuk 2.8 Na beëindiging van de programmering: – Verwijder de programmeersleutel [1] aan de onderkant van het bedieningspaneel.
2.9 Ontdekken van fouten/foutdiagnosecode De adventure-software is uitgerust met een automatisch systeem voor het ontdekken en vaststellen van fouten. Wordt een fout binnen het systeem herkend, dan is dit te zien op het LCD-display van het bedieningspaneel als cijfercode en als grafisch symbool (zie onderstaande tabel).
Pagina 37
Symbool van de Ongelijke Ongelijke aandrijving aandrijving knippert aandrijvingscoderingen links en rechts; 6 km/h met 10 of 12 km/h of Uitroepteken brandt omgekeerd! Aan beide zijden Code 3 dezelfde aandrijving bevestigen Symbool van de Geen communicatie L4 en R4: aandrijving knippert met aandrijving “links”...
Pagina 38
Accusymbool knippert Accu verkeerd 1. Bij het rijden met 1 geplaatst, resp. accupack: accu niet in de Uitroepteken knippert verkeerd herkend middelste positie geplaatst! (L6 = accupack links, R6 2. Bij het rijden met 2 Code 6 = accupack rechts) accupacks: –...
Pagina 39
Aandrijvingssymbool Hardware-/systeemfout Testen van de knippert aandrijving “links“ aandrijving in de alber- fabriek vereist Uitroepteken brandt Letter »L« knippert Code L0 Aandrijvingssymbool Hardware-/systeemfout Testen van de knippert aandrijving “rechts“ aandrijving in de alber- fabriek vereist Uitroepteken brandt Letter »R« knippert Code R0 Aandrijvingssymbool Overbelastingsuit-...
Pagina 40
Aandrijvingssymbool Uitschakeling Uitschakeling na knippert bedrijfstemperatuur verhoogde temperatuur aandrijving “links” door oververhitting Temperatuur-symbool aandrijving! brandt Systeem laten afkoelen! (benodigde tijd om af Uitroepteken brandt te koelen is afhankelijk van omgevings- Letter »L« knippert temperatuur!) Code L3 Aandrijvingssymbool Uitschakeling Uitschakeling na knippert bedrijfstemperatuur verhoogde temperatuur...
Pagina 41
Interface-symbool Hardwarefout interface Printplaat interface of knippert interface vervangen Uitroepteken brandt Letter »S« knippert Code S0 Interface-symbool CPU-fout interface Printplaat interface of knippert interface vervangen Uitroepteken brandt Letter »S« knippert Code S1 Interface-symbool RAM-fout interface Printplaat interface of knippert interface vervangen Uitroepteken brandt Letter »S«...
Pagina 42
Complete zitunit* Hardwarefout Printplaat P-module knippert randapparatuurmodule of P-module zelf (verschillende vervangen Interface-symbool aandrijvingen en/of knippert relaisaansturing) Uitroepteken brandt Letter »P« knippert Code P0 Complete zitunit* CPU-fout Printplaat P-module knippert randapparatuurmodule of P-module zelf vervangen Interface-symbool knippert Uitroepteken brandt Code P1 Complete zitunit* RAM-fout Printplaat P-module...
Pagina 43
Complete zitunit* Toetsenfunctie Programmeerfout in de knippert »Snelheid P-module, P-module verminderen« en/of » vervangen Interface-symbool Snelheid verhogen« knippert meermaals toegewezen Uitroepteken knippert Letter »P« knippert Code P7 Complete zitunit* Geen tegenfunctie Programmeerfout in de knippert bij de toetsenfunctie P-module, P-module knipperlicht »links«...
Pagina 44
Bedieningspaneel- ROM-rekenfout Probleem bespreken symbool knippert speciale besturing met de fabrikant van de gemonteerde speciale Interface-symbool besturing knippert (speciale besturing vervangen!) Uitroepteken brandt Letter »E« knippert Code E3 Bedieningspaneel- Joystick-fout Probleem bespreken symbool knippert speciale besturing met de fabrikant van de gemonteerde speciale Interface-symbool besturing...
Pagina 45
Remsymbool Remmen links en recht Remgreep in rijstand knippert handmatig ontlucht plaatsen! (L= alleen rem links, R= Indien tevens de letters L Indicatie accucapaciteit alleen rem rechts) of R worden weergegeven, brandt hangt de bedieningspen in de wieluithanging of de Uitroepteken brandt aandrijving vast.
Pagina 46
Ulrich Alber GmbH Vor dem Weißen Stein 21 Telefon +49 (0)7432 2006-0 72461 Albstadt Telefax +49 (0)7432 2006-299 Germany www.alber.de...