3. Open de bovenklep (A).
Belangrijk
• Raak de slangetjes of andere onderdelen in de printer niet aan. Dit kan problemen met de printer
veroorzaken.
4. Draai de hendel van het inktklepje (B) naar links.
Belangrijk
• Er kunnen inktresten achterblijven aan de binnenkant van de printer. Zorg dat u geen inkt op uw
kleren en handen krijgt.
5. Verwijder de wagenstop (C) en duw deze helemaal in de opening in de zijkant van de
printer.
Trek de wagenstop naar voren en omhoog en plaats deze in dezelfde afdrukstand.
80