4. Trek de papieruitvoerlade (B) uit en open vervolgens het verlengstuk van de uitvoerlade (C).
3. Houd de knop Stoppen (Stop) ingedrukt en laat deze los wanneer het Alarm-lampje 4 keer
knippert.
Het papier reinigt de binnenkant van het printer terwijl het wordt doorgevoerd door het printer.
Controleer de gevouwen gedeelten van het uitgevoerde papier. Als deze inktvlekken bevatten, moet u
de onderste plaat opnieuw reinigen.
Opmerking
• Gebruik een nieuw vel papier wanneer u de onderplaat opnieuw reinigt.
Als het probleem zich blijft voordoen nadat u de onderste plaat nogmaals hebt gereinigd, zijn de uitstekende
delen aan de binnenkant van het printer mogelijk vuil. Veeg inktresten op uitstekende delen weg met
bijvoorbeeld een wattenstaafje.
Belangrijk
• Schakel voor het reinigen de printer uit en weer in.
53