SC-F6000 Series Gebruikershandleiding
D
Volg de aanwijzingen op het scherm om het
rolpapier voor de volgende taak te laden.
Vóór het afdrukken
Voordat u gaat afdrukken, definieert u de
papierinstellingen voor de eigenschappen van het
papier dat u wilt gebruiken. Instellingen worden als
volgt aangepast:
❏ Selecteer Aangep. Papierinst. in het printermenu
Papier.
"Papier menu" op pagina 41
U
❏ LFP Remote Panel 2 kan worden gebruikt om de
papierinstellingen van de computer te kopiëren
die u in het menu voor de printerinstellingen hebt
geconfigureerd.
Opmerking:
❏ Vergeet niet alle papiereigenschappen te
controleren zoals papiersterkte, inktfixatie en
papierdikte voordat u het aangepaste papier
instelt. U vindt de papiereigenschappen in de
documentatie bij het papier of informeer bij uw
leverancier.
❏ Test eerst de afdrukkwaliteit met deze printer
voordat u grote hoeveelheden papier inkoopt.
Optimale instellingen
voor het huidige papier
(instellingen voor papier)
U kunt diverse instellingen optimaliseren voor het
papier dat u op dat moment gebruikt en vervolgens
opslaan in de printer.
Wanneer u de instellingen die u het meest gebruikt
opslaat, kunt u die later weer gemakkelijk oproepen
en zo in één keer allerlei verschillende parameters
optimaliseren.
De printer heeft in totaal 10 geheugenposities voor
papierinstellingen.
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u
geheugenposities maakt en instellingen opslaat.
Basishandelingen
Details van aangepaste
papierinstellingen
De volgende items kunnen worden geconfigureerd in
de aangepaste papierinstellingen:
❏ Referentiepap. Select.
❏ Degelruimte
❏ Papierdikte Selecteren
❏ Papiertoev. Aanpass.
❏ Zuigdruk
❏ Rolpapierspanning
❏ Scheeftrekken Voork.
❏ Naam Instelling
Details instellingU
Instellingen opslaan
Ga als volgt te werk om papierinstellingen op te slaan.
Knoppen die worden gebruikt voor de volgende
instellingen
30
"Papier menu" op pagina 41