Advertenties
Het apparaat installeren en instellen > Gebruik van het bedieningspaneel
21
22
20 Toets [Functiemenu]: Geeft het scherm functiemenu weer.
21 Toets [Terug]: Keert terug naar het vorige scherm.
22 [Opgelet]-lampje: Brandt of knippert wanneer een fout optreedt en een taak wordt afgebroken.
23 Pijltjestoetsen: Verhoogt of verlaagt het aantal, of selecteert het menu in het berichtenscherm. Verplaatst tevens de
cursor bij het invoeren van de tekens.
24 [OK]-toets: Bevestigt een functie of een menu, alsook de ingevoerde nummers.
25 Cijfertoetsen: Om cijfers en symbolen in te voeren.
26 [Stop]-toets: Annuleert of onderbreekt de lopende taak.
27 [Start]-toets: Start het kopiëren en scannen en het verwerken van instellingen.
28 Toets [Stille modus]: Lagere afdruksnelheid voor stille verwerking.
29 Toets [Verificatie/Afmelden]: Doet de gebruiker aanmelden en verlaat de taak voor de huidige gebruiker (bv.
afmelden).
30 [Spaarstand]-lampje: Zet het apparaat in de slaapstand. Schakelt de slaapstand uit.
31 Programmatoetsen: Worden gebruikt om programma's te registreren en op te roepen.
32 [Reset]-toets: Zet de instellingen terug in hun oorspronkelijke stand.
33 [Wissen]-toets: Wist ingevoerde nummers en karakters.
20
23, 24
25
33
32
26
27
2-12
31
30
28
29
Advertenties
Hoofdstukken
Probleemoplossen
