Gebruiksdoel
De MonoControl CS is een veiligheids-gasdrukregelaar voor
caravans en campers. De gasdrukregelaar zorgt voor een
gelijkmatige uitlaatdruk van 30 mbar bij een toegestane inlaat-
druk van 0,3 – 16 bar.
Bij een ongeval met een direct uitgeoefende vertraging van
4,0 g ± 1,0 g onderbreekt de geïntegreerde crashsensor (CS)
de gasstroom.
Bij de gasdrukregelaar MonoControl CS met veiligheidsven-
tiel gaat het om een enkeltraps gasdrukregelaar. Werkt de
gasdrukregelaar niet correct, bijvoorbeeld door vuil of andere
verontreinigingen in de kraan, dan opent het veiligheidsventiel
en blaast tot een druk van 110 mbar af.
Het gebruik van de MonoControl CS in gesloten ruimten (bijv.
in de huishouding), boten of in een EX-zone 0 (bijv. tankwa-
gens) is verboden.
Voor een mogelijk gebruik in stacaravans moeten de nationale
voorschriften in acht worden genomen. In Duitsland is het ge-
bruik in stacaravans verboden.
Een in de MonoControl CS geïntegreerde, automatisch wer-
kende veiligheidsinrichting PRV* met beperkte doorvoer be-
schermt de aangesloten verbruikers tegen een ontoelaatbaar
hoge druk. Zodra er aan de uitgangszijde een ontoelaatbaar
hoge druk ontstaat, opent de PRV en laat de overdruk ont-
snappen. Nadat de druk voldoende is afgebouwd, sluit de
PRV automatisch.
* = Pressure Relief Valve = overdrukventiel
De MonoControl CS mag niet voor zakelijke doeleinden wor-
den gebruikt.
Veiligheidsrichtlijnen
– Bij een gaslucht of lekkages van de gasinstallatie geen elek-
trische apparatuur of andere ontstekingsbronnen inscha-
kelen. Sluit de gasfleskraan en laat de gasinstallatie door
een geschoold technicus repareren – open de kraan in de
tussentijd niet meer.
– Voor het werken met de gasdrukregelaar MonoControl CS
is het gebruik van staande gasflessen waaruit gas uit de
gasfase wordt onttrokken dwingend voorgeschreven.
Gasflessen waaruit gas uit de vloeistoffase wordt onttrok-
ken (bijv. voor heftrucks) mogen niet worden gebruikt, om-
dat ze tot beschadiging van de gasinstallatie leiden.
– Voor een effectieve bescherming tegen vervuiling / veront-
reiniging met olie moet vóór de inlaat van de gasdrukrege-
laar een gasfilter worden geïnstalleerd. Een gebruiks- en
inbouwhandleiding wordt bij het gasfilter geleverd.
– Voor de aansluiting van de gasfles op de gasdrukregelaar
of het gasfilter is een hogedrukslang met slangbreukbevei-
liging (SBB) absoluut noodzakelijk. De hiervoor noodzake-
lijke hogedrukslangen biedt Truma in de meest gebruike-
lijke aansluitingsvarianten voor Europese gasflessen aan
(zie www.truma.com).
– Om de correcte werking van de installatie onder normale
gebruiksomstandigheden te garanderen, wordt aanbevolen
de apparatuur binnen 10 jaar na de productiedatum te ver-
vangen. Nationale voorschriften dienen in acht te worden
genomen. De gebruiker is daarvoor verantwoordelijk.
Gebruik van de gasinstallatie tijdens het rijden:
– Vóór het gebruik van een vloeibaar-gastoestel tijdens het
rijden moeten de gegevens van de betreffende fabrikant van
het apparaat in acht worden genomen
3