Chloordioxide
Interfererende
substantie
Metalen
Monochlooramine Veroorzaakt een geleidelijke verschuiving naar hogere afgelezen
Interferentieniveaus en behandelingen
Verschillende metalen kunnen interfereren door combinatie met
het glycine-reagens dat nodig is om de chloorinterferentie te
verwijderen.
Metaalinterferentie is beperkt met uitzondering wanneer er
chloor aanwezig is. In de aanwezigheid van 0,60 mg/l Cl
interfereren zowel koper (> 10 mg/L) alsook nikkel (> 50 mg/L).
Andere metalen kunnen eveneens interfereren afhankelijk van
hun vermogen om te verhinderen dat glycine reageert met chloor
in het monster. Het zou noodzakelijk kunnen zijn om meer
glycine toe te voegen om deze interferentie tegen te gaan.
waarden toe. Wanneer binnen 1 minuut na het toevoegen van
het reagens wordt gelezen, veroorzaakt 3 mg/L
monochlooramine minder dan een 0,1 mg/L stijging in de
afgelezen waarde.
1—72
,
2