General Setup
Met het submenu General Setup kunt u de basisconfiguratie van het apparaat
uitvoeren. Zo is het mogelijk hier een naam en korte beschrijving van het apparaat in
te voeren, een compatibel protocol voor webtoegang te selecteren en de tijdzone in
te stellen. U kunt de datum en tijd handmatig instellen of automatische tijdsynchronisatie
inschakelen via de NTP-service (Network Time Protocol). Verder kunt u handmatig
het IP-adres opgeven van de NTP-servers waarmee u wilt synchroniseren.
U configureert als volgt de algemene installatie-instellingen van het systeem:
1. Wijs een apparaatnaam voor dit opslagapparaat toe in het veld Device Name De
apparaatnaam mag maximaal 15 tekens bevatten, inclusief letters, cijfers, spaties
en de meeste speciale tekens.
2. Voer een korte beschrijving voor dit opslagapparaat in het veld Device
Description (apparatenbeschrijving) in. De beschrijving mag maximaal 256
alfanumerieke tekens bevatten.
3. Selecteer in het webtoegangsprotocol een van de volgende
webtoegangsprotocollen:
•
Hypertext Transfer Protocol (HTTP) is een communicatieprotocol voor het verzenden van
informatie via het intranet en het World Wide Web.
•
Hypertext Transfer Protocol over Secure Socket Layer of HTTPS is een URL-schema
dat gebruikt wordt om een veilige HTTP-verbinding aan te geven. De syntaxis is identiek aan
het http://-schema dat normaal gebruikt wordt voor het openen van bronnen met HTTP.
HTTPS biedt een veiligere manier om het apparaat te configureren, maar kan de reactietijd
van de gebruikersinterface beïnvloeden.
4. Als u de datum en tijd handmatig wilt instellen, schakelt u de optie Enable
(Inschakelen) naast NTP Service uit.
5. Selecteer een tijdszone in de lijst Time Zone (Tijdzone).
6. Pas de datum en tijd handmatig aan in de lijsten Date & Time (Datum & tijd).
7. Klik op Submit (Verzenden).
Downloaded from www.vandenborre.be
MY BOOK WORLD EDITION
GEBRUIKERSHANDLEIDING
NETWORK STORAGE MANAGER - 73