4
NL
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
• Alvorens met de installatie te beginnen, dient een thermomagnetische schakelaar of een differentiaalschakelaar
met een maximale stroomsterkte van 10A stroomopwaarts van de installatie geplaatst te worden. De schakelaar
moet een alpolige onderbreking van de contacten waarborgen, met openingsafstand van minstens 3 mm.
• Differentieer en houd de vermogenskabels (met minimumdoorsnede 1,5 mm²) altijd gescheiden van de
signaalkabels (minimumdoorsnede 0,5 mm²) om eventuele interferenties te vermijden.
• Voer de verschillende aansluitingen uit en raadpleeg hiervoor de volgende tabellen en de bijgevoegde zeefdruk.
Opgelet: alle voorzieningen die aangesloten moeten worden op dezelfde ingang NC (normaal gesloten) moeten in
serieschakeling met elkaar verbonden worden en alle voorzieningen met dezelfde ingang NO (normaal open)
moeten in parallelschakeling met elkaar verbonden worden. Een verkeerde installatie of een verkeerd gebruik van
het product kan de veiligheid van het systeem in gevaar brengen.
• Alle verpakkingsmaterialen moeten vanwege het mogelijke gevaar buiten het bereik van kinderen worden
gehouden.
• De fabrikant wijst elke verantwoordelijkheid af voor een niet correcte werking van de automatisering indien er geen
originele onderdelen en accessoires werden gebruikt die geschikt zijn voor de voorziene toepassing.
• Na de installatie moet u steeds grondig controleren of zowel het systeem als de gebruikte voorzieningen correct
werken.
• Deze handleiding richt zich tot personen die bevoegd zijn om "apparaten onder spanning" te installeren, en
vandaar dat een goede kennis van de techniek is vereist. De installatie moet uitgevoerd worden door vakmensen
die de geldende voorschriften in acht nemen.
• Het onderhoud moet uitgevoerd worden door vakkundig personeel.
• Voordat reinigings- of onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd worden, moet het apparaat van het elektriciteitsnet
afgekoppeld worden.
• De hier beschreven apparatuur mag alleen gebruikt worden voor het gebruik waarvoor het ontworpen is:
Controleer het uiteindelijke gebruiksdoel en zorg ervoor dat alle benodigde voorzorgen worden genomen.
• Het oneigenlijk gebruik van de producten is niet getest door de fabrikant. De werken die hierbij worden uitgevoerd
zijn dus volledig onder de verantwoordelijkheid van de installateur.
• Duid de automatisering aan met behulp van duidelijk zichtbare waarschuwingsborden.
• Waarschuw de gebruiker dat kinderen of huisdieren zich niet in de buurt van de automatisering mogen ophouden
of spelen.
• Bescherm op een geschikte manier de gevaarpunten (bijvoorbeeld met behulp van een gevoelige veiligheidsstrip).
• De besturingseenheid kan niet alleen de beveiliging tegen beklemming verzekeren. Controleer of de
veiligheidsvoorzieningen die op de besturingseenheid zijn aangesloten, geschikt zijn voor het doel.
WAARSCHUWINGEN VOOR DE GEBRUIKER
In geval van defecten of storingen dient u de elektrische voeding vóór de apparatuur af te koppelen en de hulp
van de technische dienst in te roepen.
Controleer regelmatig de correcte werking van de beveiligingen. Eventuele reparaties moeten uitgevoerd worden
door gespecialiseerd personeel dat gebruik maakt van originele en gecertificeerde materialen.
Het product mag niet gebruikt worden door kinderen of personen met beperkte fysieke, sensoriële of geestelijke
capaciteiten, of zonder ervaring en kennis, of ze moeten op correcte wijze geïnstrueerd zijn.
Kom niet aan de kaart voor afstellingen en/of onderhoud.
BR24