Paneelbeschrijvingen
Voorpaneel
2
1
13
14
15
Nummer Naam
1
USB MEMORY poort
D-BEAM controller
U kunt verscheidene effecten op het geluid toepassen door uw hand boven de D-BEAM controller te plaatsen.
2
[PITCH] knop
[SFX] knop
[CONTROLLER] knop
Effect sectie
Hier kunt u effecten op het geluid toepassen.
[OVERDRIVE] knop
[TONE] knop
3
[COMPRESSOR] knop
[MFX] knop
[DELAY] knop
[REVERB] knop
Orgelsectie
Hier kunt u orgelklanken selecteren. U kunt ook uw eigen orgelklanken creëren, en het volume aanpassen.
Harmonic bars
[LEVEL] bar
4
[TYPE] knop
ORGAN [SPLIT] knop
[UPPER/LOWER] knop
[PERCUSSION] knop
[VIBRATO/CHORUS] knop
Beeldscherm/Overig
5
Beeldscherm
MODE [ORGAN] knop
6
MODE [PIANO] knop
MODE [SYNTH] knop
6
3
4
Uitleg
Sluit hier een USB-stick aan (apart verkrijgbaar).
U kunt de songs die u heeft opgenomen opslaan of afspelen, en registratie sets opslaan of
laden.
Als u een draadloze USB adapter (WNA1100-RL, apart verkrijgbaar) aansluit, kunt u
toepassingen die draadloos ondersteunen gebruiken.
* Wees voorzichtig bij het openen/sluiten van de USB-stick afdekking, zodat uw vingers niet
tussen het beweegbare gedeelte en het paneel klem komen te zitten. Op plaatsen waar
kleine kinderen aanwezig zijn, dient een volwassene toezicht te houden en aanwijzingen
te geven.
* Een USB-stick mag nooit ingestoken of verwijderd worden terwijl dit apparaat aan is.
Hierdoor kan de data van het apparaat of de data van de USB-stick beschadigen.
* Steek de USB0-stick voorzichtig helemaal in – totdat deze stevig op zijn plaats zit.
* Gebruik USB-sticks die door Roland worden verkocht. We kunnen een juiste werking niet
garanderen als andere producten worden gebruikt.
Als dit aan is, regelt de D-BEAM controller de toonhoogte.
Als dit aan is, regelt de D-BEAM controller de geluidseffecten.
Als dit aan is, regelt de D-BEAM controller het effect dat u heeft toegewezen.
Past het Distortion-effect toe.
Past het klankkarakter aan.
Maakt het geluid consistenter.
Past een multi-effect toe (meerdere effecten).
Vertraagt het geluid om een echo-achtig effect te creëren.
Past galm op het geluid toe.
Gebruik deze om de orgelklank te vormen.
U kunt het geluid in Realtime wijzigen terwijl u speelt.
Past het volume van de orgelsectie aan.
Selecteert de variatie van orgelklanken.
Verdeelt het orgel in twee klavier regio's.
Selecteert het gedeelte, als de harmonische balken worden gebruikt om het geluid te vormen.
Zet het percussie-effect van de orgelklank aan/uit.
Zet het Vibrato of Chorus-effect van de orgelklank aan/uit.
Hier worden geluidsnamen en andere instellingen getoond.
Hiermee kunt u orgelklanken spelen.
Hiermee kunt u pianoklanken spelen.
Hiermee kunt u synthesizerklanken spelen.
7
9
5
8
6
10
12
11
Pag .
p. 33
p. 39
p. 52
p. 24
p. 23
p. 16
—
p. 12
p. 28
p. 28
p. 20
p. 21
—
p. 12
p. 13
p. 13