String in de alarmlijst:
CxOff MechHighPress
String in het logboek alarmen:
CxOff MechHighPress
String in snapshot alarm
CxOff MechHighPress
Reset
Lokale HMI
Network
Auto
5.7.8 CxOff NoPressChgStart - Alarm geen drukwijziging bij start
Dit alarm geeft aan dat de compressor niet in staat is om te starten of om te zorgen voor een bepaalde minimale variatie
van de verdampings- of condensatiedruk na het starten.
Symptoom
De status van het circuit is OFF.
Het circuit wordt gestopt.
Het pictogram van de bel op het
display van de regeleenheid beweegt.
String in de alarmlijst:
CxOff NoPressChgStart
String in het logboek alarmen:
CxOff NoPressChgStart
String in snapshot alarm
CxOff NoPressChgStart
Reset
Lokale HMI
Network
Auto
5.7.9 Cx FailedPumpdown - Afzuigingsprocedure mislukt
Dit alarm wordt gegenereerd om aan te geven dat het circuit er niet is in geslaagd om al het koelmiddel uit de verdamper
te verwijderen. Dit alarm wordt automatisch gewist zodra de compressor stopt, en wordt dus alleen in de alarmgeschiedenis
wordt geregistreerd. Het is mogelijk dat het niet vanaf BMS wordt herkend, doordat de communicatielatentie voldoende
tijd voor de reset kan geven. Het is zelfs mogelijk dat het niet op de lokale HMI wordt gezien.
Symptoom
De status van het circuit is OFF.
Geen aanwijzingen op het display
String in de alarmlijst:
Cx FailedPumpdown
String in het logboek alarmen:
Cx FailedPumpdown
String in snapshot alarm
Vuile of gedeeltelijk geblokkeerde
condensorspoel.
Te hoge luchtinlaattemperatuur van
de condensor.
Aanwezigheid van lucht in het circuit.
De mechanische hogedrukschakelaar
is beschadigd of niet gekalibreerd.
Oorzaak
Compressorprobleem
Het koelmiddelcircuit bevat geen
koelmiddel.
Onjuiste werking van de omvormers
voor
verdampings-
condensatiedruk.
Oorzaak
De EEXV sluit niet volledig. Daarom
ontstaat er een "kortsluiting" tussen
de hogedrukzijde en de lagedrukzijde
van het circuit.
Controleer
dat
belemmeringen zijn voor de vrije
uitstoot van de geblazen lucht.
Verwijder eventuele obstakels;
Reinig
de
condensatorspoel
behulp van een zachte borstel en een
blazer.
De luchttemperatuur gemeten aan de
inlaat van de condensor mag niet
hoger zijn dan de grens aangegeven
in het operationele bereik (werkbereik)
van het koelsysteem (A/C-systemen).
Controleer
de
locatie
apparaat geïnstalleerd is en controleer
of er geen kortsluiting is van de hete
lucht die geblazen wordt uit de
ventilatoren van dit apparaat, of zelfs
van de ventilatoren van de volgende
koelapparaten (controleer IOM voor
een correcte installatie).
Controleer
of
er
condenseerbare gassen in het circuit
bevinden.
Controleer of de hogedrukschakelaar
goed werkt.
Oplossing
Controleer of het startsignaal goed
aangesloten is op de inverter.
Controleer of de fasevolgorde naar de
compressor (L1, L2, L3) volgens het
schakelschema uitgevoerd is.
De
inverter
is
geprogrammeerd
met
draairichting
Controleer de druk van het circuit en
of
of er koelmiddel aanwezig is.
Oplossing
Controleer of de EEXV correct werkt
en volledig afsluit. Het kijkglas mag
geen koelmiddelstroom tonen nadat
de klep gesloten is.
Controleer
de
EXV
aanwezigheid van vuil.
D-EOMAC01801-23_01NL- 57/59
er
geen
met
waar
het
zich
geen
niet
goed
de
juiste
op
de